5.3 Communicatieobjecten beschrijving
5.3.1
Objecten voor het besturingskanaal
Object 1: Schakelen AAN/UIT
1 = inschakelen.
0 = Last uitschakelen.
Zie ook: parameter Inschakelwaarde.
Object 2: lichter/donkerder
Dit object wordt met 4-bit-telegrammen aangestuurd (DPT 3.007 Control_Dimming).
Met deze functie kan het licht stapsgewijs omhoog of omlaag worden gedimd.
Standaard worden telegrammen met 64 stappen gezonden.
BELANGRIJK: de reactie op 4-bit-telegrammen hangt af van de parameter In- en uitschakelen
met 4-bits telegram.
Zie bijlage: 4-bit-telegrammen (lichter/donkerder)
Object 3: dimwaarde
Met dit object kan de gewenste dimmerinstelling direct worden gekozen.
Formaat: 1 byte percentage.
0 = 0%
255 = 100%
Object 4: Soft-schakelen
Een 1 op dit object start een Soft-schakelcyclus, d.w.z.:
de lichtsterkte of -intensiteit wordt, uitgaande van de minimale lichtsterkte, geleidelijk
verhoogd.
De dimwaarde blijft daarna binnen de ingestelde tijd constant. Na afloop van deze tijd wordt
weer geleidelijk naar de ingestelde waarde na Soft-UIT gedimd.
Daarbij wordt rekening gehouden met de ingestelde minimale en maximale dimwaarde.
De cyclus kan door telegrammen worden verlengd of voortijdig worden beëindigd.
Dit verloop kan ook met een schakelklok worden aangestuurd, wanneer de parameter Tijd
tussen Soft-Aan en Soft-Uit op tot Telegram Soft Uit staat.
De dimcyclus wordt dan met een 1 gestart en met een 0 beëindigd.
Zie bijlage: Toepassing van de functie Soft-schakelen
Object 5: Blokkeren
Reactie bij het activeren en deactiveren van de blokkering kan met parameters worden ingesteld
als de blokkeringsfunctie werd geactiveerd (parameterpagina Kanaal C1 Functiekeuze).
De blokkering wordt pas actief na ontvangst van het Object Aan, d.w.z. dat het kanaal bij
Blokkeren met 0 na terugkeer van de busspanning niet geblokkeerd is.
Is de parameter Reactie bij instellen van de blokkering = geen reactie, dan wordt een lopend
proces voor Soft-schakelen niet onderbroken.
SM 4