2.6
Gasaansluiting
Zorg voor een juiste dimensionering van de gasleiding, let hierbij op het eventueel gelijktijdig in gebruik zijn van andere
gasgestookte apparatuur. Raadpleeg NEN1078 om de juiste diameter van de gasleiding te bepalen. De nominale
aansluitdruk bij de gasaansluiting is 25 mbar voor aardgastoestellen en 30 mbar voor propaantoestellen.
Monteer een gaskraan op korte afstand van het toestel. Pas koppelingen toe om het verlenen van service vlot te doen
verlopen. Blaas de gasleiding goed schoon alvorens deze aan te sluiten. Controleer alle verbindingen op dichtheid.
2.7
Elektrische aansluiting
Het toestel moet worden aangesloten op een wandcontactdoos met randaarde welke zich binnen 1,5 m van het toestel
bevindt. De elektrische installatie moet voldoen aan NEN1010.
2.8
Aansluiten afstandsbediening
De afstandsbediening kan naar keuze bij een tappunt of op een ander gewenste locatie worden geplaatst. Maximaal 4
afstandsbedieningen kunnen worden aangesloten. Vermijd plaatsen waarbij de afstandsbediening aan warmte (ovens,
kookplaten, etc.) wordt bloot gesteld. Vermijd indien mogelijk direct zonlicht, het display is dan moeilijk afleesbaar.
De verbinding tussen afstandsbediening en toestel wordt tot stand gebracht met de meegeleverde kabel, de spanning
bedraagt 12 V DC. De kabel mag worden ingekort. De maximale toegestane kabellengte is 50 meter. De kabel moet
op minimaal 5 cm afstand van elektrische voedingskabels lopen. Bij meerdere afstandsbedieningen worden de kabels
parallel aangesloten.
Sluit de spanning naar het toestel af.
-
-
Verwijder schroef (A) van de kabeldoorvoer aan de onderzijde van het toestel, zie figuur 3.
Voer de kabel ver genoeg door de kabeldoorvoer (B) en zet deze vast met de meegeleverde kabelklem (C).
-
Verbind de vorkstekers met de klemmen (D) en (E), de polariteit is niet belangrijk.
-
-
Zet de kabeldoorvoer weer in de originele positie vast.
-
Verbind het andere eind van de kabel met de stekerverbinding op de afstandsbediening, let op dat het toestel
spanningsloos is als de afstandsbediening wordt aangesloten.
-
Verwijder het kader van de afstandsbediening, zie figuur 4. Monteer de afstandsbediening aan de wand en
herplaats het kader.
figuur 3
4
figuur 4