B
Gebruik van het toestel
worden in een kom of geschikte bak die buiten en lager dan de wasbak geplaatst is.
Waterafvoer
• Sluit de waterafvoerslang aan. De afvoerslang moet goed aansluiten om lekken te
vermijden.
• Zorg ervoor dat de afvoerslang niet gebogen of platgedrukt is.
Verlengslang
• Zorg ervoor dat u een gelijkaardige afvoerslang gebruikt indien u een verlengslang nodig
heeft.
• Ze mag niet langer dan 4 meter zijn. Dit zou kunnen leiden tot een verminderde werking
van de vaatwasser.
Aansluiting met sifon
De aansluiting van de afvoer moet lager zijn dan 1000 mm (maximum) vanaf de onderkant
van de vaatwasser.
Plaatsing van het toestel
• Plaats het toestel op de gewenste plaats. De achterkant moet tegen de muur erachter
rusten en de zijkanten tegen de kastjes ernaast of de muur.
• De vaatwasser is uitgerust met een watertoevoer- en afvoerslang die rechts of links
geplaatst kan worden om de installatie te vereenvoudigen.
Ingebouwde installatie (voor het inbouwmodel)
Stap 1. Selecteer de beste locatie voor de vaatwasser
• De vaatwasser dient dichtbij een bestaande watertoevoer, -afvoer en een stopcontact
geplaatst te worden.
• Afbeeldingen van de afmetingen van de kast en van de positie waarin de vaatwasser
geïnstalleerd moet worden.
1. Minder dan 5 mm tussen de bovenkant van de vaatwasser en de kast en de buitendeur die
is afgelijnd met de kast.
119
NL