Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uit-
voeren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij
schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
Deze wasmachine mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv. sche-
pen) worden gebruikt.
Voer geen veranderingen aan de wasmachine uit die niet uitdrukke-
lijk door Miele zijn toegestaan.
Bij storingen of bij een reinigings- en onderhoudsbeurt is de was-
machine alleen dan van het elektriciteitsnet losgekoppeld in de vol-
gende gevallen, indien:
- u de stekker uit het stopcontact haalt of
- de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld of
- de schroefzekering op uw elektrische installatie helemaal uitge-
draaid is.
De wasmachine mag alleen met een nieuw slangenset op de wa-
tertoevoer worden aangesloten. Oude slangensets mogen niet meer
worden gebruikt. U moet de slangensets regelmatig controleren. Dan
kunt u ze ook tijdig vervangen zodat er geen waterschade kan ont-
staan.
De waterdruk moet minstens 100 kPa bedragen en mag de
1000 kPa niet overschreiden.
Tijdelijke of permanente werking op een autonoom of niet-netgekop-
peld stroomvoorzieningssysteem (zoals stand-alonenetten, back-upsys-
temen) is mogelijk. Voorwaarde voor het gebruik is dat de energievoor-
zieningsinstallatie voldoet aan de bepalingen van EN 50160 of een ver-
gelijkbare standaard.
De maatregelen voorzien in de huisinstallatie en dit Miele product moe-
ten ook in hun functie en werking gegarandeerd zijn in geïsoleerd of niet
netsynchroom bedrijf of de veiligheidsmaatregelen in de installatie moe-
ten door gelijkwaardige maatregelen vervangen worden. Zoals bijvoor-
beeld beschreven in de huidige publicatie van VDE-AR-E 2510-2.
Efficiënt gebruik
Stel uw wasmachine niet op in een vertrek waar het kan vriezen.
Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De
betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door temperatu-
ren onder het vriespunt in het gedrang komen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9