seconden. Langer dan 30 seconden meten kan de meter en/of de
teststiften beschadigen.
1. Voor stroommetingen tot 4000 A AC, plaats de functietoets op
positie en steek de rode banaanplug van de teststift in de ( A) bus.
2. Voor stroommetingen tot 400mA AC, plaats de functietoets op het mA
bereik en steek de rode banaanplug van de teststift in de (mA) bus.
3. Voor stroommetingen tot 10A AC, plaats de functietoets op A positie
en steek de rode banaanplug van de teststift in de 10A bus.
4. Druk de AC/DC toets tot "AC" op het scherm verschijnt
5. Onderbreek de stroom op het circuit dat getest wordt, open dan het
circuit op het punt waar u de stroom wil meten.
6. Raak met de zwarte testprobe de negatieve zijde van het circuit. Raak
met de rode testprobe de positieve zijde van het circuit.
7. Laat stroom door het circuit lopen..
8.
Lees de stroomwaarde op het scherm. Het scherm zal het juiste
decimaal punt, waarde en symbool aanduiden.
9. WEERSTANDSMETINGEN
WAARSCHUWING: Om elektrische schokken te vermijden, schakel
de het te testen toestel uit en ontlaad alle condensatoren voor u de
weerstand meet. Haal de batterijen uit het apparaat en de stekker uit
het stopcontact.
1. Plaats de functietoets op
2. Steek de zwarte banaanplug van de teststift in de negatieve (COM) bus
en de rode banaanplug van de teststift in de positieve
3. Plaats de testprobepunten op het circuit of het onderdeel dat getest
moet worden. U doet er best aan de stroom af te koppelen van één deel
van het circuit dat getest wordt zodat de rest van het circuit de te
meten weerstand niet zou beïnvloeden.
4. Lees de weerstand op het scherm. Het scherm zal het juiste decimaal
punt, waarde en symbool aanduiden.
CONTINUÏTEITSCHECK
WAARSCHUWING: Om elektrische schokken te vermijden, kan u
best nooit de continuïteit van circuits of draden testen die onder
positie.
12
A
bus.