Printer instellen - laatste stappen (Compact 32d,
32c en 53c)
VOORZICHTIG: (1) De printer moet worden gekalibreerd voordat deze
De printer kalibreren
VOORZICHTIG: Tijdens het kalibreren moet de printkop volledig omlaag
Kalibreer op de bedrijfstemperatuur van de printer. Ga naar Instellingen >
Instelling productielijn > Kopfuncties en selecteer Kalibreren.
De printkop optimaliseren
Nadat de printer mechanisch in de beugels is geïnstalleerd, optimaliseert
u de koppositie voor het printen:
(1)
Ga naar Instellingen > Instelling productielijn > Lijnbeweging en
selecteer CM (Bewegend) of IM (Statisch) in het keuzemenu
Lijnbeweging.
(a)
Voor CM-toepassingen stelt u de deelwaarde van de encoder
in op 0. De huidige lijnsnelheid is alleen-lezen en wordt elke
paar seconden bijgewerkt.
(2)
Voor Compact 32d-, 32c- en 53c-printers: Ga naar Instellingen >
Instelling productielijn > Kopfuncties en selecteer de knop
Uitlijnen om de koppositie automatisch op de rol in te stellen.
Indien nodig kunt u de parameters voor koppositie en
printkophoogte handmatig aanpassen om de correcte afstand
van 0,2-2 mm tussen de printkop en het drukoppervlak
in te stellen voor zowel CM als IM.
op de productielijn wordt geïnstalleerd. Zie hieronder.
(2) In stoffige omgevingen kan het nuttig zijn om een
V-Series Persluchtkit (P/N EAS002970) te monteren.
kunnen. Laat voldoende ruimte toe voor deze functie.
(In CM moet de parameter voor de printkoppositie
worden ingesteld om dit mogelijk te maken. In IM moet
het drukoppervlak onder de printer worden uit gehaald.
Als geen van beide mogelijk is, moet u de printer van
de beugel halen).
21