2.
- Veiligheidsvoorschriften
Bij gebruik van de sondes, zorg ervoor dat mechanische schade of wrijving in de applicatie wordt
geëlimineerd; bijzondere aandacht besteden aan de stroom omstandigheden en het interieur van
containers.
- Indien van toepassing, dienen de noodzakelijke metingen ter voorkoming van statische oplading
worden genomen.
- Bij gebruik van een aarde-aansluiting, de bepalingen van EN 60079-14 in acht nemen.
- Alvorens de sondes in het Ex-bereik in gebruik kunnen worden genomen, moeten ze worden geaard.
Speciale condities voor het gebruik in Zone 0
De temperatuur metingen met Ex-Pt 720 binnen de Zone 0 is alleen toegestaan wanneer er rekening
gehouden wordt met de volgende condities:
- Een rvs voeler type 0628.2232 of 0628.6432 wordt gebruikt.
- Zorg ervoor dat de aarde verbinding beveiligd is. Verbind de aardklem zodanig dat deze niet onbedoeld
losraakt. De aarde aansluiting moet worden gemaakt buiten zone 0 en voordat de sonde in zone 0
wordt gebracht.
- Voor informatie over de juiste aansluiting van een aarde, raadpleegt u de relevante regelgeving.
- De Ex-Pt 720 zelf mag niet worden meegenomen in Zone 0.
- U dient er absoluut zeker van te zijn dat het meetapparaat niet in de Zone 0 gebracht wordt. Om
dit uit te sluiten, moet de draagriem van het apparaat zodanig aan de ceintuur of aan een riemlus
van de gebruiker bevestigd worden, dat als het apparaat vrij aan de draagriem hangt, nog een
veiligheidsafstand van > 50 cm tot het grensgebied van Zone 0 aangehouden worden.
- Als het instrument wordt gebruikt in de optioneel verkrijgbare lederen tas (Bestelnr. 0516 0133), moet
de draagriem nog conform de voorschriften worden bevestigd aan het lichaam.
6