4 AANSLUITMOGELIJKHEDEN
Controleer of het punt waarop de verkeerspaal wordt geïnstalleerd niet in een regenstroomgebied komt
te liggen; als dit wel het geval is, dan moet de verkeerspaal gedeeltelijk worden afgeschermd door er een
afvoerkanaal met een afdekrooster omheen te leggen.
Graaf een gat met een diepte van ongeveer 1,25 m (275 H600) of 1,54 m (275 H800)
Het gat moet vierkant zijn met zijden van ongeveer 1 m (fig. 3). Het kan ook worden gemaakt met een grondboor
met diameter 50 cm tot de hierboven aangegeven diepte, en graaf daar omheen vervolgens een vierkant
met zijden van 1 m uit tot een diepte van 30 cm
W�������n u�tg���ukt �n mm
J 275 H600
40lt
1000
J 275 H800
1000
500
�0'
F�g. �
5
1000
1000
500
Controleer of het terrein een
goede drainagecapaciteit
heeft: giet ongeveer 40 liter
water in het gat, en ga na of dit
binnen 30 minuten wegloopt.
Als dat niet het geval is, moet
er onderin iedere put een
r e g e n w a t e r a f v o e r w o r d e n
aangelegd met een leiding met
diameter 60mm; deze afvoer
moet worden aangesloten op
het riool, of anders op een put
met een ledigingssysteem (bijv.
een elektropomp), die dieper
moet zijn dan de betonnen buis
waarin het regenwater wordt
opgevangen.
Breng een laag grind aan
F�g. 3