Daarnaast signaleert het systeem onveilige situaties. Het apparaat stopt zijn
werking en het systeem geeft een P-code (beveiligingscode). Wanneer de
condities zijn aangepast verdwijnt deze code, maar het apparaat herstart niet
automatisch zijn werking: de gebruiker moet het opnieuw opstarten. Verschijnt
de veiligheidscode steeds opnieuw, schakel dan uw servicedienst in.
Verklaring beveiligingscodes:
Code Betekenis
P1
Beveiliging temperatuur
verdamper
P2
Oververhittings-/spannings-
beveiliging op invertormodule
P3
Beveiliging te hoge stroom
P4
Beveiliging
ontlastingstemperatuur
compressor
P5
Beveiliging oververhitting
compressortop
P6
Beveiliging aanzuigtemperatuur
compressor
P7
Over/onderspanningsbeveiliging
P8
Beveiliging lage retour-gasdruk
P9
Beveiliging hoge ontlastingsdruk
PA
Beveiliging hoge temperatuur
condensator
18
Wat gebeurt er?
Als de temperatuur in het midden van de
pijp bij koelen lager is dan -1°C, of bij
verwarmen hoger is dan 63°C, schakelt
het apparaat uit.
De stroom mag niet meer zijn dan 15A.
Als de buitenmotor stopt zal de
warmtewisselaar minder werken. Deze
beveiliging beschermt dan tegen te hoge
stroom.
Als de ontlastingstemperatuur van de
compressor hoger is dan 105°C, zal het
apparaat uitschakelen.
Als de temperatuur van de compres-
sortop hoger is dan de temperatuur van
de controller zal het apparaat
uitschakelen.
Als de aanzuigtemperatuur van de
compressor lager is dan 2°C zal de
draaifrequentie gaan dalen. Als de
temperatuur hoger is dan 4°C wordt deze
weer normaal.
Als het voltage waarop het apparaat is
aangesloten minder is dan 170V of meer
dan 265V zal het apparaat uitschakelen.
Als de druk in het systeem te laag wordt
schakelt het apparaat uit.
Als de druk in het apparaat te hoog wordt
schakelt het apparaat uit.
Als de temperatuur van de buiten-unit
condensator hoger is dan 65°C schakelt
het apparaat uit.