Probleem
Lage afslag- of loopdruk aangegeven
op de display
Uitzonderlijk sterke verflekkage in de
halspakkingmoer
Er spat vloeistof uit het pistool
Veel lekkage rond de zuigerstangnok
van de hydraulische motor
Het spuitapparaat raakt oververhit
Zeer luidruchtige hydraulische pomp
De display gaat niet aan
Gallonteller (literteller) laat geen
verhoging van het vloeistofvolume zien
Afstand wordt niet naar behoren
toegevoegd (MEET-modus is
onnauwkeurig en snelheid is onjuist)
3A2670C Reparatie
Oorzaak
Druk is te laag ingesteld.
Nieuwe pomp of nieuwe pakkingen.
Drukomzetter defect.
De halspakkingmoer zit los.
De halspakkingen zijn versleten of
beschadigd.
De verdringerstang is versleten of
beschadigd.
Lucht in de pomp of de slang.
De tip is deels verstopt.
Geringe of geen vloeistoftoevoer.
Dichting van zuigerstang versleten of
beschadigd.
Verfophoping op hydraulische componenten.
Peil van hydraulische olie is laag.
Peil van hydraulische vloeistof laag.
Riemschijven op hydraulische pompen los.
Hoofdschakelaar staat niet op AAN.*
De contactsleutel is niet ingeschakeld.**
Zekering gesprongen.
Kabel tussen display en bord los of
beschadigd.
Displaykaart defect.
Vloeistofdruk te laag.
Defecte of losse draad.
Ontbrekende of beschadigde magneet.
Defecte sensor.
Machine niet gekalibreerd.
Druk van achterwiel te laag of te hoog.
Tandwieltanden ontbreken of zijn beschadigd
(rechterkant gezien vanaf platform).
Afstandssensor los of defect.
Oplossing
Draai de stelknop voor de druk rechtsom om de druk
te verhogen. Zie bedieningshandleiding.
Voor de inloopperiode van de pomp is tot 379 liter
materiaal nodig.
Vervang de omzetter.
Verwijder het afstandsstuk van de halspakkingmoer.
Draai de halspakkingmoer net voldoende aan om het
lekken te stoppen.
Vervang de pakkingen. Zie handleiding 309277.
Vervang de stang. Zie handleiding 309277.
Controleer alle vloeistofaansluitingen en draai ze vast.
Opnieuw voorpompen. Zie de bedieningshandleiding.
Reinig de tip. Zie handleiding 311254.
Vul de vloeistofvoorraad bij. Spoel de pomp voor.
Zie de bedieningshandleiding. Controleer de
vloeistofvoorraad vaak om te voorkomen dat de
pomp droogloopt.
Vervang de dichting en zuigerstangnok van de
hydraulische motor.
Reinig de hydraulische onderdelen.
Vul de hydraulische olie bij. Zie de
bedieningshandleiding.
Zet het spuitapparaat uit. Vul vloeistof bij*.
Verwijder de riembescherming. Inspecteer de losse
riemschijf en zet deze vast.
Zet de hoofdschakelaar AAN.
Zet de contactsleutel in de stand AAN.
Vervang de zekering. Zie Zekering vervangen,
pagina 33.
Vervang de touchpad of sluit deze weer aan.
Vervang het displaybord.
Deze moet hoger zijn dan 55 bar (800 psi) voordat de
teller een verhoging laat zien.
Controleer de draden en de aansluitingen. Vervang
kapotte draden.
De magneet anders plaatsen of vervangen.
Vervang de sensor. Zie Hydraulische motor
vervangen , pagina 20.
Volg de kalibratieprocedure. Zie de
bedieningshandleiding.
Stel de bandenspanning in op 380 +/- 34 kPa
(55 +/- 5 psi).
Vervang het afstandstandwiel/de wielnaaf.
Zie Achterwiel en wielmotoren, pagina 40.
Sluit de sensor weer aan of vervang deze.
Zie Wielsensor vervangen, pagina 41.
Probleemoplossing
45