Reiniging
9. Verwijder de stof- en vetfilters van het apparaat om ze schoon te maken.
Afb. 3
10.Draai hiervoor de schroef los (a).
11. Verwijder de stof- en vetfilters uit de
sleuven (b).
12. Reinig de stof- en vetfilters
regelmatig (een keer per week) met
een mild schoonmaakmiddel of in
de vaatwasser.
105917
Afb. 4
13. Plaats na het reinigen de volledig
gedroogde stof- en vetfilters terug in
de sleuven (b).
14. Schuif vervolgens de stof- en
vetfilters omhoog in de sleuven.
15. Zet het vast met de schroef (a).
NL
23 / 26