Lens voor digitale
spiegelrefl excamera
Gebruiksaanwijzing
16mm F2.8 Fisheye
SAL16F28
©2006 Sony Corporation Printed in Japan
De 16mm F2.8 Fisheye is een fi sheye-lens met een grote weergavehoek. U
kunt unieke beelden opnemen dankzij de unieke vervormingseffecten van de
lens.
Deze lens is ontworpen voor Sony
-camera's.
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of elektrische schokken te verkleinen, mag het
apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht.
Kijk nooit recht in de zon door deze lens.
Direct in de zon kijken kan uw ogen ernstig beschadigen en blindheid
veroorzaken.
Houd de lens buiten het bereik van kleine kinderen.
Er bestaat een risico op ongelukken of letsel.
Verwijdering van oude elektrische en elektronische
apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie
en andere Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop
dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden
behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor
zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u
voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen
in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details
in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering
van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Opmerkingen bij het gebruik
2-685-154-51(1)
• Laat de lens niet in direct zonlicht liggen. Als het zonlicht precies op een
dichtbijgelegen voorwerp is gericht, kan dit brand tot gevolg hebben. Als het
toch nodig is dat u de lens in direct zonlicht laat liggen, moet u de lensdop
bevestigen.
• Stel de lens niet bloot aan mechanische schokken wanneer u de lens bevestigt.
• Plaats de lensdoppen altijd op de lens wanneer u de lens opbergt.
• Bewaar de lens niet langere tijd op een zeer vochtige plaats om
schimmelvorming te voorkomen.
• Houd de camera niet vast bij het lensgedeelte dat is uitgeschoven om scherp te
stellen, enzovoort.
• Raak de contactpunten van de lens niet aan. Als er bijvoorbeeld vuil terechtkomt
op de contactpunten van de lens, kan dit het verzenden en ontvangen van
signalen tussen de lens en de camera verstoren of onmogelijk maken. Dit kan
een storing in het gebruik veroorzaken.
Voorzorgsmaatregel voor het gebruik van de fl itser
Wegens de grote weergavehoek van de lens zijn de randen van beelden
meestal donker als u een fl itser gebruikt. Tegenmaatregelen, zoals indirect
fl itsen met een externe fl itser, worden aanbevolen.
Onderdelen
1···Filtermarkering 2···Ring voor verwisselen van fi lter
3···Contactpunten van lens 4···Montagemarkering
5···Scherptediepteschaal 6···Afstandsschaal
7···Afstandsindex 8···Scherpstelring 9···Lenskap
De lens bevestigen/verwijderen
De lens bevestigen
1
Verwijder de voorste en achterste lensdoppen en de dop van de camera.
2
Lijn de oranje markering op de lenscilinder uit met de oranje markering op
de camera (montagemarkering). Plaats vervolgens de lens in de lensfi tting
van de camera en draai de lens rechtsom tot deze vastklikt.
• Druk niet op de lensontgrendelingsknop op de camera terwijl u de lens bevestigt.
• Bevestig de lens niet onder een hoek.
De lens verwijderen
Terwijl u de lensontgrendelingsknop op de camera ingedrukt houdt, draait u de
lens zo ver mogelijk linksom. Vervolgens verwijdert u de lens.
De voorste lensdop bevestigen
Bevestig de voorste lensdop helemaal en trek het koord aan.
Scherpstellen
Wanneer u de auto-focus gebruikt, stelt de camera de lens automatisch scherp.
Als u handmatig scherpstelt, moet u de camera instellen op automatisch scherpstellen en draait u de scherpstelring
terwijl u door de beeldzoeker kijkt. Het scherpstelsignaal van de beeldzoeker geeft de huidige situatie van de
scherpstelling aan.
Opmerking
Deze lens is een groothoeklens. Zorg ervoor dat de schouderband, uw vingers, enzovoort niet zichtbaar zijn in het beeld
wanneer u het beeld opneemt.
Scherptediepteschaal
Wanneer er op een onderwerp is scherpgesteld, wordt alles op dezelfde afstand scherp weergegeven en wordt alles
binnen een bepaald bereik voor en achter het onderwerp ook scherp weergegeven. Dit wordt scherptediepte genoemd. De
scherptediepte is afhankelijk van de afstand tot het onderwerp en het diafragma dat u selecteert en wordt aangegeven met
de lijnen op de scherptediepteschaal die overeenkomen met het diafragma.
• De scherptediepteschaal en de scherptedieptetabel zijn bedoeld voor 35-mm camera's. De scherptediepte is minder diep wanneer
u digitale spiegelrefl excamera's met een beeldsensor van APS-C-formaat gebruikt.
Vignetteren
Wanneer u de lens gebruikt, worden de hoeken van het scherm donkerder
dan het midden. U kunt dit verschijnsel (dat vignetteren wordt genoemd)
beperken door het diafragma 1 tot 2 stops te sluiten.
Condensvorming
Als de lens rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt
gebracht, kan vocht condenseren op de lens. Voorkom dit door de lens
bijvoorbeeld in een plastic zak te verpakken. Wanneer de lucht in de zak
dezelfde temperatuur heeft als de omgevingstemperatuur, haalt u de lens uit
de zak.
De lens reinigen
• Raak het oppervlak van de lens niet rechtstreeks aan.
• Als de lens vies wordt, verwijdert u het vuil van de lens met een blaaskwastje
en veegt u de lens schoon met een zachte, schone doek (u kunt het beste het
reinigingsdoekje KK-CA (optioneel) gebruiken).
• Gebruik geen organische oplosmiddelen, zoals thinner of benzine, om de lens of
de lensfi tting van de camera schoon te maken.
1
2
3
9
8 7
6
5
4
2
1