Figuur O
5.3 Probleemoplossing
5.3.1 Aandrijfeenheid
Symptoom
Cilinder loopt niet uit of terug.
Cilinder bouwt geen druk op.
Cilinder lekt.
Cilinder werkt in omgekeerde richting.
5.3.2 Bevestigingskop
Symptoom
Ratel draait terug op retourslag.
Ratel maakt geen
opeenvolgende slagen.
•
Controleer aan de hand van figuur O en de
onderstaande tabel de juiste hoogte voor de
borgpen van de aandrijfeenheid (X) en de
veiligheidspen (Y).
W2000
W4000
W8000
W15000
•
Voer de procedure in omgekeerde volgorde
uit om het gereedschap weer in elkaar te
zetten.
Oorzaak
Snelkoppeling
is beschadigd.
Snelkoppeling is
niet aangesloten.
Vuil in het stuurventiel
op de pomp.
Plunjerafdichting is lek.
Pomp bouwt geen druk op.
Pomp is defect.
Afdichting defect.
Aansluitingen zijn verwisseld.
Oorzaak
Gebroken aandrijfschoen.
Defecte aandrijfschoen.
Smeermiddel op vertandingen
van ratel en/of aandrijfschoen.
X
X
Y
(mm)
(inch)
(mm)
4,00
0,157
3,00
5,00
0,197
3,00
6,00
0,236
4,00
7,00
0,275
6,00
Oplossing
Vervang de koppeling.
Sluit de slangen en
koppelingen opnieuw goed
aan.
Haal de eenheid uit elkaar en
maak het ventiel schoon.
Vervang de afdichtingen.
Pas de druk aan.
Raadpleeg de handleiding
van de pomp.
Vervang de
cilinderafdichtingen.
Sluit de slangen correct
aan.
Oplossing
Vervang de aandrijfschoen.
Vervang de aandrijfschoen.
Demonteer de kop en
verwijder het smeermiddel
van de vertandingen.
Y
(inch)
0,118
0,118
0,157
0,236
13