2.1 Vereisten en limieten
(Verbinding PC
Eigen Local Area Network -verbinding: 10BaseT / RJ45, ondersteuning van IP-connectiviteit (voor
communicatie, programmeren vooraleer later te transfereren naar een mogelijke WAN). Het paneel
naar het IP interface segment (RS-485) kan in een toegevoegde verlengingskabel voorzien (getest
tot 300 m / 1000 ft), indien nodig.
De volgende essentiële informatie moet verkregen van
de locatie Netwerk Administrator:
Een statisch (vast) IP-adres moet gereserveerd op
het netwerk voor (iedere) IP interfacekaart.
Het 'Subnet Masker' en de 'Standaard Gateway'.
(of volg de tip om ze te verkrijgen
IP-configuratie Software uit te voeren. Opmerking:
Deze PC moet zich op hetzelfde LAN-segment
bevinden als de IP interface (Set-up om te starten kan
niet uitgevoerd over een WAN). Optioneel: tijdelijke
PC, LAN-verbindingen, 12V stroom, & 'statisch IP-
adres' bij pre -configuratie van een IP interface.
Een MONITOR ISM / AFx paneel/systeem (meest
recente firmware niet nodig, maar over het algemeen wel aangeraden). Uitzondering:
Communicatie gestart vanaf het paneel naar Director vereist de v3.30 paneel firmware of hoger.
Zie 2.1.1 voor meer details.
MONITOR ISM / AFx Director-software ≥ V3.30 .
installatiestappen, zie verder in de online Help of gebruikershandleiding voor de Director-
software.)
IP-Module —één in een groep panelen.
(gedeeld met de "SIP-rapportage"
met gebruik van secundaire
communicatieborden op
toegevoegde panelen).
Bestanden van de Director-software
):
CD
V3.32
IP- Interfacemodule Configuratieprogramma (voor instelling van IP kaart). Dit
(≥
bestand kan opgehaald onder "IP interface Module Hulpprogramma's" op de Director CD ( ≥
V3.32 ).
Vermogen voor de IP interface: 12/13.7V, 250 mA (het paneel voorziet een totaal van 750 mA –
voor alle module-bus & hulpbelastingen.
het paneel zal overbelasten.
Bekabeling voor de RS-485 koppeling (zie sectie 2.2.1 voor kabelspecificaties) en
voedingsbronnen.
2.1.1 Optioneel: Voor communicatie gestart
vanaf het paneel
Hiervoor is ook het volgende nodig:
Systeempanelen moeten v3.30 of hoger zijn.
Verbindingen met één enkel paneel (niet gedeeld).
Daarvoor: Een IP interface per paneel (met een
'statisch IP-adres voor iedere interface).
In dit geval moet de MONITOR ISM / AFx Director PC
een "Statisch IP-adres" gebruiken (verzoek de
netwerk administrator om dit in te stellen en u het IP-
adres te bezorgen).
Een "Extern IP-adres" en een "Externe IP-poort" moeten ingesteld.
(Dit wordt beschreven in sectie 4.3.2 ).
6
MONITOR ISM™/AFx™ IP-connectiviteit Handleiding
Paneel)
). Een PC om de
Een paneelverbinding kan behoren tot één enkel
paneel, of tot 30 panelen die één enkele verbinding
delen. Om communicatie toe te laten vanaf een paneel,
moet u de benadering met één enkel paneel gebruiken.
(Details volgen verder in 2.1.1.)
Voeg een voedingsbron toe indien het IP de hulpstroom van
(met de PC Director)
Tip: U kan het 'Subnet Masker' en
'Standaard Gateway' (en het IP-
adres van de PC) bekijken door op
een PC op hetzelfde LAN-segment
als de
IP interfacekaart, een
DOS/commando prompt te openen
en "ipconfig" te schrijven.
Opmerking:
worden
statische
aangeraden omdat dit de taken voor
foutopsporing kan vereenvoudigen
gezien het om vastgelegde adressen
gaat.
(Voor PC vereisten en software
"Communicatie vanaf een paneel":
+ Een
paneel
gebeurtenissen / alarmen naar de
Director PC/software (Host-rapportage)
+ Een verzoek tot 'synchroniseren van
data' wordt uitgevoerd door een service
technicus
bij
(
, Service ID / PIN).
+ Een verzoek tot 'configuratie download'
gedurende het opstarten van een
nieuw paneel (of een paneel dat
opnieuw werd ingesteld).
Zie sectie 4.3.2
Over het algemeen
IP-adressen
zendt
automatisch
het
LCD-toetsenbord
22-9058Dv2.1