Waarschuwing of opgelet
Dubbele isolatie (beveilingsklasse II)
Batterij
BEDIENINGSTOETSEN EN INDICATORS
(1) Stroombek: voor meting van inductieve wisselstroom (32mm opening)
(2) Draadscheidingtab: om één draad uit een bundel te scheiden.
(3) Markering voor de geleider: om de geleider te richten tijdens het meten van
inductiestroom. Men verkrijgt een optimale nauwkeurigheid als de geleider in het
midden van de gesloten stroombek op het snijpunt van deze markeringen
gehouden wordt.
(4) Meetsnoerhouder: één van de meetsnoeren kan aan het toestel vastgeklikt
worden om het meten te vergemakkelijken.
(5) Beveiligingsrand: voor bescherming van de handen.
WAARSCHUWING
Houd uw handen achter de beveiligingsrand tijdens het meten van onbeschermde
geleiders. Het minste contact kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
(6) Hendel: om de stroombek te openen. Let op dat uw vingers niet vastgeklemd
raken tussen de sluitingsveer van de stroombek.
(7) MIN/MAX: voor het registreren en doorlopen van de minimum- en
maximumwaarden. Als men langer dan 2 sec. deze toets indrukt, keert men terug
naar het actuele scherm.
(8) NCV/Range: voor contactloze spanningsdetectie wanneer het toestel
uitgeschakeld is. Wordt eveneens gebruikt voor het selecteren van het bereik op
het bovenste display wanneer het toestel aangeschakeld is (NCV is niet
beschikbaar op de modellen 129/129T).
(9) Bovenste display (enkel 129/129T): voor uitlezing van stroom bij gebruik van
een Finest stroomtang. Geeft de uitgang weer van andere toebehoren voorzover
deze met de Finest multimeter verbonden zijn.
3