Pagina 1
DIGITALE MULTIMETER FINEST 24 WAARSCHUWING Bronnen zoals draagbare zend- & ontvangstapparatuur en CB’s, radio- en televisietoestellen, autoradio’s en celtelefoontoestellen genereren elektromagnetische golven die spanningen in de testsnoeren van de multimeter kunnen induceren. Meetlimieten DC spanning 0.1mV - 600V AC spanning 0.1mV - 600 V...
continuïteits- en diodetest 600V ingangsbeveiliging in het ohmbereik overspanningsbeveiliging waterbestendig indicators voor data hold en zwakke batterij automatische aanduiding van de polariteit rubberen holster groot LCD scherm (50.8 x 22.8 mm) INTERNATIONALE SYMBOLEN Alvorens de multimeter in gebruik te nemen, de veiligheidsvoorschriften grondig doornemen. Het woord “Waarschuwing”...
Veiligheidstips Het overschrijden van de limieten is gevaarlijk en kan de gebruiker blootstellen aan gevaar voor ernstig lichamelijk letsel met soms de dood als gevolg. Om in alle veiligheid te kunnen meten, eerst de onderstaande voorschriften lezen: Meet nooit spanningen van meer dan 600V DC of AC rms. Alle AC limieten zijn rms waarden.
Pagina 4
de maximum-, minimum- en huidige waarden te overlopen. Het registreren van een nieuwe maximum- of minimumwaarde wordt bevestigd door een bieptoon. Om de Max/Min modus te verlaten, gedurende 2 sec. de REC toest indrukken. De multimeter schakelt dan over op automatische bereikkeuze. Nochtans, indien de multimeter zich in het bereik 400mV (DC of AC) bevindt, schakelt hij over op manuele bereikkeuze.
Pagina 5
MAX. Dit symbool verschijnt samen met de maximumwaarde. (23) R. Dit symbool verschijnt samen met de huidige waarde wanneer de Range Hold toets wordt ingedrukt. (24) MIN. Dit symbool verschijnt samen met de minimumwaarde. (25) .))). Dit symbool verschijnt als de multimeter een continuïteitstest uitvoert.
Pagina 6
(29) Onderstaande symbolen geven de eenheid van de uitgelezen waarde weer: Volt Millivolt (1 x 10 Volt) Ampères (Amps) Milliampères (1 x 10 Amps) µA Micro-ampères (1 x 10 Amps) Ω kΩ Kilo-ohm (1 x 10 Ohm) MΩ Méghohm (1 x 10 Ohm) Schakelaar voor automatische bereikkeuze Bij automatische bereikkeuze kiest de multimeter automatisch het bereik dat de beste uitlezing...
Men hoort één enkele bieptoon indien u van functie verandert of indien u een willekeurige toets indrukt, ofwel als de multimeter overschakelt naar de automatische bereikmodus. Gebruik van de meetsnoeren Gebruik enkel de meegeleverde meetsnoeren. De nominale waarde hiervan bedraagt 1200V. Overschrijd echter nooit de nominale waarde van de multimeter, t.t.z.
Pagina 8
Om de nauwkeurigheid van gelijkspanningsmetingen die uitgevoerd worden in aanwezigheid van wisselspanningen te verbeteren (bv. metingen van de gelijkspanningsvoorinstelling van een versterker waarop een wisselspanning gesuperponeerd is), moet men eerst de wisselspanning meten. Noteer het wisselspanningsbereik dat u gemeten hebt en selecteer een gelijkspanningsbereik dat gelijk is aan of hoger dan het wisselspanningsbereik.
4.2. Meten van weerstand (Ohm) en continuïteitstest OPGELET Schakel het toestel uit en ontlaad alle condensators in de meetkring alvorens de weerstand in de stroomkring te meten. Doet men dit niet, dan kan de installatie en/of het toestel beschadigd worden. Het weerstandcircuit legt een ongekende waarde van constante stroom aan doorheen de ongekende weerstand en meet daarna de spanning die erover ontwikkeld werd.
Opmerking: (A) is de onbelaste testspanning aan de ingangsklemmen in volt. (B) is de spanningsval door een weerstand gelijk aan de volle schaalwaarde (C) is de stroom door een kortsluiting aan de ingangsklemmen 4.2.1. Meten van weerstand Voor het meten van weerstand, ervoor zorgen dat er een goed contact is tussen de meetsnoeren en de te testen meetkring.
4.3. Diodetest Met een diodetest kan men controleren of diodes, transistors en andere halfgeleiders normaal functioneren en of ze kortgesloten of open zijn. VERBIND NOOIT DE MEETSNOEREN MET EEN SPANNINGSBRON wanneer de draaischakelaar ingesteld staat op →+. Tijdens een diodetest wordt de spanningsval in doorlaatrichting weergegeven indien de diode in doorlaatrichting verbonden is.
Om stroom te meten, de stroomkring afsnijden en de meetsnoeren aansluiten op de twee verbindingspunten van de stroomkring die hierdoor zijn ontstaan. Bij wisselstroom veroorzaken golfvormen – andere dan sinusgolven - fouten. Bij het meten van stroom, ontwikkelen de interne shuntweerstanden van de multimeter een spanning doorheen de aansluitklemmen van de multimeter;...
• Om de prestaties van het toestel te garanderen, de multimeter éénmaal per jaar laten ijken. • Houd de multimeter droog. Mocht hij in contact komen met vloeistoffen, droog hem dan onmiddellijk af; deze vloeistoffen kunnen mineralen bevatten die de elektronische stroomkringen kunnen corroderen.
Pagina 14
Om een elektrische schok te vermijden, de meetsnoeren verwijderen alvorens de zekering(en) te verwijderen. Gebruik enkel dezelfe types van zekering. De componenten van het toestel mogen enkel vervangen worden door deskundige technici. Ga als volgt tewerk om de zekering(en) te vervangen: 1.