Opbouw en functie
Interfaces
5.14
Interfaces
5.14.1 Aansluiting robotinterface RINT X11 / industriebusinterface BUSINT X11
Schade door gebruik van componenten van derden!
De garantie van de fabrikant vervalt bij apparaatschade door gebruik van componenten
van derden!
•
Gebruik uitsluitend systeemcomponenten en opties (stroombronnen, lastoortsen,
elektrodehouders, afstandsbedieningen, vervangings- en slijtageonderdelen, enz.) uit ons
leveringsprogramma!
•
Accessoirecomponenten uitsluitend bij uitgeschakeld lasapparaat op de desbetreffende
aansluitbus steken en vergrendelen.
Schade door onvakkundige aansluiting!
Door onvakkundige aansluiting kunnen accessoirecomponenten en de stroombron
worden beschadigd!
•
Accessoirecomponenten uitsluitend bij uitgeschakeld lasapparaat op de desbetreffende
aansluitbus steken en vergrendelen.
•
Uitvoerige beschrijvingen vindt u in de gebruikshandleiding van de betreffende accessoire!
•
Accessoirecomponenten worden na de inschakeling van de stroombron automatisch
herkend.
In een aparte interfacebehuizing kunnen de interfaces direct op de stroombron worden aangesloten of ze
kunnen extern, bijv. in de schakelkast van de robot via een datakabel worden gevoed.
5.14.1.1 Robot-interface RINT X12
De digitale standaardinterface voor geautomatiseerde toepassingen
(optie, uitbreiding aan het apparaat of extern door de klant)
Functies en signalen:
•
Digitale ingangen: Start/Stop, selecteren van bedrijfsmodi, job's en programma's, draad invoeren,
gastest
•
Analoge ingangen: Regelspanningen bijv. voor lasvermogen, lasstroom, e.a.
•
Relaisuitgangen: Processignaal, lasgereedheid, algemene installatiefout, e.a.
5.14.1.2 Industriebus-interface BUSINT X11
De oplossing voor de integratie in geautomatiseerde productielijnen met bijv.
•
Profibus
•
CAN-Open, CAN DeviceNet
•
Interbus-systemen met koperen en lichtgolvenaansluiting (FSMA / Rugged-Line)
Men kan altijd uitsluitend één variante tegelijkertijd gebruiken.
40
VOORZICHTIG
INSTRUCTIE
099-005376-EW505
18.07.2014