1. Draai de batterijvakdeksels (9) en (10) van de
fietscomputer (1) en de sensor (4) met een munt
linksom los.
2. Plaats in beide batterijhouders een batterij (7).
Aanwijzing: let op de plus-/minpool van de batterijen
en voor een correcte plaatsing op het pictogram naast
het batterijvak.
Let erop dat de afdichtring correct is aangebracht,
voordat u de batterij plaatst.
3. De batterijen moeten zich helemaal in de batterijhou-
der bevinden.
4. Draai het batterijvakdeksel met een munt rechtsom op
het batterijvak om dit te sluiten.
5. Druk op de SET-knop (21) en houd deze ingedrukt om
terug te gaan naar de normale modus.
Aanwijzing: als de batterij verwijderd is, worden na
ca. 20 seconden alle gegevens gewist.
Batterijen wisselen
De batterij van de fietscomputer (1) moet worden gewis-
seld als de weergave van de batterijstatus (19) op het
display wordt getoond. De sensor (4) beschikt niet over
een weergave van de batterijstatus.
Druk eerst op de MODE-knop (15) en houd deze inge-
drukt. Druk vervolgens op de SET-knop (21) en houd ook
deze knop ingedrukt, totdat het batterijpictogram en {{–}}
worden weergegeven.
50
NL/BE