6
2) Sensor in de uitblaaskant van de verdamper.
Gewenste uitschakeltemperatuur = CutOut°C.
Gewenste differentie = Diff. K.
Indien nachtstand gewenst is kan dit gedefinieerd worden door de dag/nacht parameter op
"ON" te zetten. Indien positie "ON" geselecteerd is kan de nachtverstelling ingesteld
worden.
3) Twee sensoren aan beide zijden van de verdamper (gemiddelde meting).
De gemeten waarden worden gemiddeld aan de hand van een percentage van S3
(inlaatsensor) en een percentage van S4 (uitlaatsensor).
Voorbeeld:
S4 meet -25°C en S3 meet -20°C.
De gewenste regelwaarde is een gemiddelde van 60% S4 en de rest van S3 (Alleen het
percentage van S4 moet worden ingevoerd).
Dit geeft een regelwaarde van 0.6 x -25°C + 0.4 x -20°C = -23°C
Gewenste uitschakeltemperatuur = CutOut°C.
Gewenste differentie = Diff. K.
Gewenste S4 sensor invloed = S4 Day %. (S3 past zich automatisch aan).
Indien nachtstand gewenst is kan dit gedefinieerd worden door de dag/nacht parameter op
"ON" te zetten. Indien positie "ON" geselecteerd is kan de nachtverstelling ingesteld worden
De invloed van sensor S4 gedurende nachtverstelling moet apart worden ingesteld.
Functiebeschrijving RC.8A.R1.10 © Danfoss 04/2002
Thermostat Ctrl. Settings
2
Ther. Sx =
CutOut ° C ___
Diff. K ___
OFF / ON
Day/Night
Dt Night ___
3
Ther. Sx =
CutOut ° C ___
Diff. K ___
S4 Day % ___
S4 Night % ___
OFF / ON
Day/Night
Dt Night ___
AKC 114G