Koudemiddel
Geforceerd bedienen
Sensorcorrectie
Display signaal
18
Voor een regeling opgestart kan worden moet het gebruikte koudemiddel ingevoerd worden.
U heeft keus uit de volgende koudemiddelen:
1
R12
2
R22
3
R134a
4
R502
5
R717 (ammoniak)
6
R13
7
R13b1
8
R23
Het gewenste koudemiddel wordt geselecteerd door het met het koudemiddel
corresponderende nummer (1 t/m 23) in te voeren. Indien "0" wordt gekozen wordt er geen
koudemiddel geselecteerd.
Een ingevoerd koudemiddel kan alleen veranderd worden als de functieschakelaar op
"control stopped" gezet wordt. (hoofdschakelaar in positie "0").
Waarschuwing:
Een verkeerde selectie van het koudemiddel kan schade veroorzaken aan de compressor.
Main function
Het AKV ventiel kan gesloten worden met een extern signaal (de "ON" ingang is
uitgeschakeld). Deze ingang moet gebruikt worden als functie van het
compressorbeveiligingscircuit zodat er geen vloeistofinspuiting meer plaatsvindt zodra het
compressorbeveiligingscircuit de (alle) compressor(en) uitschakelt.
Bij een ontdooiperiode zal de geforceerde sluiting van het ventiel pas opgeheven worden als
de ontdooiing beëindigd is.
Het signaal voor geforceerd sluiten kan ook komen van de gateway.
De parameter voor deze functie kan als volgt worden gedefiniëerd:
0: "ON" ingang (aansluitklemmen 32 en 33) wordt niet gebruikt daar de regeling gecontroleerd
wordt door de "override" functie van de gateway.
1: "ON" ingang (aansluitklemmen 32 en 33) moet gebruikt worden (als spanning wegvalt, sluit
het ventiel). De "override" functie functioneerd ook.
Het ingangssignaal van alle sensoren kan gecorrigeerd worden. Dit is alleen nodig bij extra lange
kabels met een hoge weerstand. Alle displays en functies zullen gebruik maken van deze
gecorrigeerde waarde.
De luchttemperatuur gemeten aan de verdamper kan zichtbaar worden gemaakt op een
display, type AKA 14x. Dit display kan dusdanig geplaatst worden dat het makkelijk af te
lezen is voor de gebruiker. Met de parameter "Disp.Ctrl." kunt u bepalen welke temperatuur
zichtbaar wordt in het display.
Instellingen:
0: Displayfunctie niet actief
1: S3 temperatuur
2: S4 temperatuur
3: Luchttemperatuur ("Ther.Air") wordt weergegeven afhankelijk van de thermostaatfunctie.
Common Controller
Display Settings
Codes
Het display kan de volgende codes weergeven:
"dEF" : Verschijnt gedurende een ontdooiperiode en 15 minuten na een ontdooiing.
"AL1" : Verschijnt als de weergegeven sensor defect is.
"- - -" : Verschijnt als het display niet actief is.
Verschuiving van de weergegeven waarde
De waarde zoals zichtbaar gemaakt in het display kan voor iedere sectie individueel
gecorrigeerd worden. Deze functie wordt gebruikt als het nodig is het display te calibreren om
de gemeten luchttemperatuur van de gekoelde producten te laten zien.
De correctie kan tot op één decimaal worden ingesteld.
Functiebeschrijving RC.8A.R1.10 © Danfoss 04/2002
9
R500
10
R503
11
R114
12
R142b
13
Gebruiker-gedefiniëerd
14
R32
15
R227
16
R401A
Rfg. type 1..23
Disp.Ctrl.
17
R507
18
R402A
19
R404A
20
R407C
21
R407A
22
R407B
23
R410A
___
Rfg. type
0/1/2/3
AKC 114G