Schroefdraad Rp ½
Fig. 4 Voorbeeld van installatie 1: In de ketel met een door de klant geleverde beschermhuls
LP40 Zelfcontrolerende Laagwateralarmsonde met Hoge Integriteit
8
Montageflens voor sonde LP40
Flens DN 50 PN 40
Afstand tussen de vergelijkende tip en de aarding ≥ 14 mm
Verloopstuk K88.9x60.3x3.2 EN 10253-2
Ontluchtingsgat zo hoog mogelijk
- hoogwaterniveaumarkering minstens 20 mm onder het midden van het ontluchtingsgat
Beschermhuls >= DN 80
Sondestaaf
Laagst mogelijke LW-markering (bovengrens)
* Het laagste waterniveau moet hoger zijn dan het nulpunt van de waterniveaumeting
Verloopstuk K88.9x30x3.2
IM-P693-08-NL EMM-UKn-02