-
Kuis elke olielek op de motor af
-
Vervang de dichting van de olieaflaatdop (fig.13)
-
Kuis het raakvlak van de dichting op de stop en op de motorcarter en plaats de stop
-
Vul de motor met olie tot aan het aanbevolen peil
-
Raadpleeg de lijst Oliën en smering om de juiste olie te gebruiken
-
Zet de motor aan en laat enkele minuten draaien op traag toerental
-
Verzeker U ervan dat er geen olielekken zijn
-
Stop de motor
-
Wacht een ogenblik om de olie toe te laten terug naar de motorcarter te lopen en kijk vervolgens het
niveau na
-
Vul bij indien nodig
-
Gooi de olie weg in een daartoe bestemd recipiënt in een erkend recyclage centrum
Koelcircuit
Niveau van de koelvloeistof (fig. 15,16) a. Bovenste stop van de radiator (fig. 15)
Verzeker U ervan via de bovenste stop van de radiator dat deze vol koelvloeistof is b.
Expansievat
Hef de linker zijkap op. Wanneer de dumper op een vlakke ondergrond staat, moet de vloeistof
tussen de merken Mini en Maxi van het expansievat staan. (fig. 16)
NOTA : Kijk het niveau na : bij een temperatuur lager dan 20°C (68°F) mag de vloeistof ietsjes
onder het merkteken mini staan. Vul koelvloeistof bij tot aan het teken maxi indien nodig. Ga nooit
over deze markering. Gebruik een trechter om overlopen te vermijden.
Plaats de stop op haar plaats, draai stevig vast en sluit de kap.
NOTA : een koelsysteem vraagt dat regelmatig koelvloeistof bij vraagt duid op problemen met
motor of lekken. Ga naar een Ausa verdeler in uw buurt.
Kijk het niveau van de koelvloeistof na met koude motor. Vul NOOIT koelvloeistof bij las de motor
warm is.
Teneinde bespatting te vermijden, draai nooit de stop los als de motor warm is.
OPGEPAST
OPGEPAST
42