INGebrUIkNaMe
Menu van de regelaar
Aanvoer min.
f Stel de minimale temperatuur van de systeemaanvoer in.
f
Aanvoer max.
f Stel de maximale temperatuur van de systeemaanvoer in.
f
Gevraagde/actuele afwijking
f Stel de maximale temperatuurafwijking in waarbij een fout-
f
melding in het toestel weergegeven wordt.
Alarmvertraging
f Stel een tijd in waarna een foutmelding in het toestel weer-
f
gegeven wordt.
Verwarmingscircuit 2 / 3 / 4 / 5
Info
Voor de verwarmingscircuits 2-5 heeft u de uitbreidings-
module nodig. Iedere uitbreidingsmodule ondersteunt
twee verwarmingscircuits.
Verwarmingscircuit x activeren
Kan alleen geactiveerd worden wanneer een module geselecteerd
is.
f Activeer of deactiveer de functie.
f
Wanneer de functie geactiveerd is, gelden hier de uitgevoerde
instellingen voor het betreffende verwarmingscircuit. Het betref-
fende symbool verschijnt in het hoofdmenu. Via het symbool krijgt
u snel toegang tot dit menu.
Wanneer de functie gedeactiveerd is, worden de bovengeschikte
instellingen gebruikt voor het regelen van het verwarmingscircuit.
Gekozen module
f Stel de module in waarop de benodigde componenten aan-
f
gesloten zijn.
Aanvoer min.
f Stel de minimale temperatuur van de systeemaanvoer in.
f
Aanvoer max.
f Stel de maximale temperatuur van de systeemaanvoer in.
f
Ruimtevoeler activeren
f Activeer of deactiveer de functie.
f
Wanneer de functie geactiveerd is, meet de voeler de actuele
ruimtetemperatuur.
Passief = 0, actief = 1
f Stel in of de temperatuur actief of passief gemeten wordt.
f
Wanneer de temperatuur actief gemeten wordt, beïnvloedt de
ruimtevoeler de verwarmingsmodus.
16
| WPM G
Gevraagde temperatuur
f Stel de temperatuur in waarop de toegewezen ruimten ver-
f
warmd worden.
Invloed ruimtetemperatuurvoeler
f Stel in of de ruimtevoeler alleen de temperatuur meet of ook
f
de ruimtetemperatuur regelt. Hoe hoger de waarde is, des te
meer invloed de ruimtevoeler heeft.
Koelen
Passieve koeling
Actieve koeling
Gekozen module
Warmteoverschot: Brine = 1, koeler = 2
Zomerbedrijf koeltemperatuur
Inschakeltemp. Koelen
Uitschakeltemp. Koelen
Minimale compressortrap
Maximale compressortrap
Schakelvertraging
Vertraging, omschakelklep, bron
Koelen - mengventiel
Gevraagde temperatuur koelen
Dauwpuntvoeler activeren
Alarm afwijking grenswaarde
Alarmvertraging
Koelen - boiler
Alarm hoge grenswaarde
Alarmvertraging
Koelen - warmteoverschot
Gevraagde temperatuur retour
Alarm afwijking grenswaarde
Alarmvertraging
Om met de primaire en de secundaire warmtepompen te kunnen
koelen, moeten de warmtepompen aangesloten zijn op dezelfde
warmtebron.
Passieve koeling
Bij passieve koeling gaat de brine het boorgat in en wordt daar
gekoeld.
f Stel de passieve koeling in aan de primaire warmtepomp.
f
f Stel de passieve koeling in aan de gewenste secundaire
f
warmtepompen.
Actieve koeling
Bij actieve koeling wordt de brine door de condensor geleid en via
het koelcircuit actief gekoeld. De afgegeven warmte kan voor de
verwarmingsmodus, de warmwaterbereiding of de zwembadver-
warming gebruikt worden. Wanneer deze niet nodig is, wordt de
afgegeven warmte naar het boorgat of naar de luchtkoeler geleid.
f Stel de actieve koeling in aan de primaire warmtepomp. De
f
secundaire warmtepompen worden automatisch geactiveerd.
Parameters
Temperatuur buffervat
Actuele temperatuur in het koel-buffervat
Aanvoertemperatuur koelen
een-
heid
°C
°C
www.stiebel-eltron.com