7 Configuratie
OPMERKING
Gemiddelde
aanvoerwatertemperatuur - (Delta T)/2
Dit betekent dat bij een zelfde instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur
afgevertemperatuur van de radiatoren lager is dan die van
de vloerverwarming, vanwege een grotere delta T.
Voorbeeld radiatoren: 40–10/2=35°C
Voorbeeld vloerverwarming: 40–5/2=37,5°C
Om te compenseren, kunt u:
▪ De weersafhankelijke curve gewenste temperaturen
verhogen [2.5].
▪ Modulatie
van
inschakelen en de maximale modulatie verhogen [2.C].
Bediening
Bepaal hoe de werking van de unit wordt geregeld.
Regeling
Vertrekwater
De unit werkt op basis van de
aanvoerwatertemperatuur, ongeacht de
werkelijke kamertemperatuur en/of de vraag
naar verwarming of koeling van de kamer.
Externe
De unit werkt op basis van de externe
kamerthermostaa
thermostaat of soortgelijk (bijv.
warmtepompconvector).
t
Kamerthermostaa
De unit werkt op basis van de
t
omgevingstemperatuur van de speciale
interface voor menselijk comfort (BRC1HHDA
die als kamerthermostaat wordt gebruikt).
#
Code
[2.9]
[C‑07]
▪ 0: Vertrekwater
▪ 1: Externe kamerthermostaat
▪ 2: Kamerthermostaat
Instelpunt modus
De instelpuntstand definiëren:
▪ Vast : de gewenste aanvoerwatertemperatuur hangt niet af van
de buitenomgevingstemperatuur.
▪ In de stand Weersafhankelijke
koeling
geldt
het
volgende
aanvoerwatertemperatuur:
▪ hangt af van de buitenomgevingstemperatuur voor verwarming
▪ hangt NIET af van de buitenomgevingstemperatuur voor
koeling
Weersafhankelijk
▪ In
de
stand
aanvoerwatertemperatuur af van de buitenomgevingstemperatuur.
#
Code
Instelpunt modus:
[2.4]
N.v.t.
▪ Vast
▪ Weersafhankelijke
constant koeling
▪ Weersafhankelijk
Wanneer de weersafhankelijke werking is geactiveerd, zorgen lage
buitentemperaturen voor warmer water en omgekeerd. In de
weersafhankelijke werking kan de gebruiker de temperatuur van het
water met maximaal 10°C verhogen of verlagen.
Installatiehandleiding
36
afgevertemperatuur
de
gemiddelde
de
aanvoerwatertemperatuur
Bij deze regeling...
Beschrijving
verwarming,
constant
voor
de
gewenste
hangt
de
gewenste
Beschrijving
verwarming,
Tijdschema
Geeft aan of de gewenste aanvoerwatertemperatuur overeenstemt
=
met een programma. De invloed van de AWT-instelpuntmodus [2.4]
is als volgt:
▪ In de Vast AWT-instelpuntmodus bestaan de geplande acties uit
gewenste
aanvoerwatertemperaturen
voorgeprogrammeerd, of aangepast zijn.
▪ In de Weersafhankelijk AWT-instelpuntmodus bestaan de
geplande acties uit gewenste omschakelingsacties, die of
voorgeprogrammeerd, of aangepast zijn.
#
Code
[2.1]
N.v.t.
7.2.6
Configuratiewizard: Secundaire zone
De belangrijkste instellingen voor de secundaire aanvoerwaterzone
kunnen hier worden ingesteld.
Afgiftesysteem
Voor
meer
informatie
"7.2.5 Configuratiewizard: Primaire
#
Code
[3.7]
[2‑0D]
Bediening
Het regelingstype wordt hier weergegeven, maar kan niet worden
aangepast. Het wordt bepaald door het regelingstype van de
primaire zone. Voor meer informatie over deze functie, zie
"7.2.5 Configuratiewizard: Primaire
#
Code
[3.9]
N.v.t.
Instelpunt modus
Voor
meer
informatie
"7.2.5 Configuratiewizard: Primaire
#
Code
[3.4]
N.v.t.
Tijdschema
Geeft aan of de gewenste aanvoerwatertemperatuur overeenstemt
met een programma. Zie ook
zone" [ 4 35].
#
Code
[3.1]
N.v.t.
7.2.7
Configuratiewizard: Tank
INFORMATIE
Om het ontdooien van de tank mogelijk te maken, raden
we een minimale tanktemperatuur van 35°C aan.
die
Beschrijving
▪ 0: Nee
▪ 1: Ja
over
deze
functie,
zone" [ 4 35].
Beschrijving
▪ 0: Vloerverwarming
▪ 1: Ventilo-convector
▪ 2: Radiator
zone" [ 4 35].
Beschrijving
▪ 0: Vertrekwater als het regelingstype
van de primaire zone Vertrekwater
is.
▪ 1: Externe
kamerthermostaat als
het regelingstype van de primaire zone
Externe
kamerthermostaat
Kamerthermostaat is.
over
deze
functie,
zone" [ 4 35].
Beschrijving
▪ 0: Vast
▪ 1: Weersafhankelijke verwarming,
constant koeling
▪ 2: Weersafhankelijk
"7.2.5 Configuratiewizard: Primaire
Beschrijving
▪ 0: Nee
▪ 1: Ja
EHSH/X(B)04+08P50E
Daikin Altherma 3 R ECH₂O
4P759880-1 – 2024.01
of
zie
of
zie