7 Configuratie
omgevingstemperatuur te koud is, verhoogt u de helling zodat de
aanvoerwatertemperatuur meer wordt verhoogd naarmate de
omgevingstemperatuur lager wordt.
▪ Wijzig de afwijking om de temperatuur van het aanvoerwater
gelijkmatig te verhogen of te verlagen voor verschillende
omgevingstemperaturen.
Als
bijvoorbeeld altijd een beetje te koud is bij verschillende
omgevingstemperaturen, schuift u de curve omhoog om de
aanvoerwatertemperatuur gelijkmatig te verhogen voor alle
omgevingstemperaturen.
Voorbeelden
Weersafhankelijke curve wanneer helling is geselecteerd:
a
b
Y4
Y3
Y2
Y1
X1
X2
Weersafhankelijke curve wanneer afwijking is geselecteerd:
a
b
Y4
Y3
Y2
Y1
X1
Onderde
el
a
Weersafhankelijke curve vóór wijzigingen.
b
Weersafhankelijke curve na wijzigingen (als voorbeeld):
▪ Wanneer de helling wordt gewijzigd, is de nieuwe
voorkeurstemperatuur bij X1 ongelijkmatig hoger dan
de voorkeurstemperatuur bij X2.
▪ Wanneer de afwijking wordt gewijzigd, is de nieuwe
voorkeurstemperatuur bij X1 gelijkmatig hoger dan de
voorkeurstemperatuur bij X2.
c
Helling
d
Afwijking
e
Geselecteerde weersafhankelijke zone:
▪
: Verwarming primaire zone of secundaire zone
▪
: Koeling primaire zone of secundaire zone
▪
: Warm tapwater
X1, X2
Voorbeelden van omgevingstemperatuur buiten
Y1, Y2,
Voorbeelden van gewenste tanktemperatuur of
Y3, Y4
aanvoerwatertemperatuur. Het pictogram stemt overeen
met de warmteafgever voor die zone:
▪
: Vloerverwarming
▪
: Ventilatorconvector
▪
: Radiator
▪
: Opslagtank
Installatiehandleiding
38
de
aanvoerwatertemperatuur
c
e
d
c
e
d
X2
Beschrijving
Mogelijke acties in dit scherm
Selecteer helling of afwijking.
Verhoog of verlaag de helling/afwijking.
Wanneer helling is geselecteerd: stel de helling in en
ga naar afwijking.
Wanneer afwijking is geselecteerd: stel de afwijking
in.
Bevestig de wijzigingen en keer terug naar het
submenu.
7.3.4
Weersafhankelijke curves gebruiken
Configureer weersafhankelijke curves als volgt:
De instelpuntstand definiëren
Om de weersafhankelijke curve te gebruiken, moet u de correcte
instelpuntstand definiëren:
Ga naar instelpuntstand...
Primaire zone – Verwarming
[2.4] Hoofdzone > Instelpunt
modus
Primaire zone – Koeling
[2.4] Hoofdzone > Instelpunt
modus
Secundaire zone – Verwarming
[3.4] Secundaire zone >
Instelpunt modus
Secundaire zone – Koeling
[3.4] Secundaire zone >
Instelpunt modus
Tank
[5.B] Tank > Instelpunt modus Beperking: Alleen beschikbaar
Het type weersafhankelijke curve wijzigen
Om het type te wijzigen voor alle zones (primair + secundair) en
voor de tank, ga naar [2.E] Hoofdzone > Stooklijntype.
Bekijken welk type is geselecteerd, kan ook via:
▪ [3.C] Secundaire zone > Stooklijntype
▪ [5.E] Tank > Stooklijntype
Beperking: Alleen beschikbaar voor installateurs.
De weersafhankelijke curve wijzigen
Zone
Primaire zone – Verwarming
Primaire zone – Koeling
Secundaire zone – Verwarming [3.5] Secundaire zone >
Secundaire zone – Koeling
Tank
Stel de instelpuntstand in op...
Weersafhankelijke
verwarming, constant
koeling OF Weersafhankelijk
Weersafhankelijk
Weersafhankelijke
verwarming, constant
koeling OF Weersafhankelijk
Weersafhankelijk
voor installateurs.
Weersafhankelijk
Ga naar ...
[2.5] Hoofdzone > Stooklijn
verwarming
[2.6] Hoofdzone > Stooklijn
koeling
Stooklijn verwarming
[3.6] Secundaire zone >
Stooklijn koeling
Beperking: Alleen beschikbaar
voor installateurs.
[5.C] Tank > Stooklijn
EHSH/X(B)04+08P50E
Daikin Altherma 3 R ECH₂O
4P759880-1 – 2024.01