Functies programmeren
1
Programmeren van de meetprocedure
(1) Programmeermodus activeren
Schakel het instrument in en druk op de reset-schakelaar. Laat de reset-schakelaar
los zodra u een geluidssignaal hoort. De kaart gaat terug naar de beginstand, de lamp
gaat aan en u hoort twee geluidssignalen. Selecteer programma 1 of 2 door op P1 of
P2 te drukken. (één geluidssignaal: P1 beginwaarde, twee geluidssignalen: P2). Druk
op de "^"-schakelaar. U hoort drie geluidssignalen.
(2) Kaarten programmeren
Druk de kaartschakelaar of de maskerschakelaar in overeenkomstig de te projecteren
meetprocedure en druk de "^"-schakelaar in. U hoort vier geluidssignalen, dit geeft
aan dat één stap voltooid is.
* Herhaal dit om de procedure te programmeren. Er kunnen maximaal 30 stappen
geprogrammeerd worden.
(3) Programmeren afsluiten
Druk op de reset-schakelaar. Het programmeren is nu voltooid.
* Als er 30 stappen geprogrammeerd worden, wordt de functie automatisch afgeslo-
ten zonder de reset-schakelaar in te drukken.
* Als de aan/uit-schakelaar op uit wordt gezet, wordt het programma niet verwijderd.
* Volg de hierboven beschreven stappen om een nieuw programma te starten. Het
voorgaande programma wordt verwijderd om een nieuw programma te starten.
16
Gebruikshandleiding