Focus / Zoom – AF gebruiken
AF gebruiken
[AF Aang. Inst.(Foto)]: 159
≥
[Focus beperken]: 162
≥
[AF ass. lamp]: 164
≥
[AF-beweegsnelh. van 1-zone]: 165
≥
[AF-microaanpassing]: 166
≥
AF (Auto Focus) betekent automatisch scherpstelling.
Selecteer de focusmodus en de Af-modus die geschikt is voor het
onderwerp en de scène.
1
Zet de focusmodus op [AFS] of [AFC].
≥Stel de hendel van de focusmodus in.
Focusmodus:
2
Selecteer de AF mode.
≥Druk op [
geven en stel in met gebruik van
selecteren:
•
In de [iA]-modus zal iedere druk op [
[
] tot gevolg hebben.
152)
] om het selectiescherm van de AF mode weer te
170)
(AF-modus:
(Selecteren van de
of
] het schakelen tussen [
106)
154
.
(De AF-modus
] en