Tabel 10. Support voor virtualisatie
Optie
Virtualisatie
Tabel 11. Draadloos
Optie
Wireless Device Enable
Tabel 12. Onderhoud
Optie
Servicetag
Asset-tag
SERR Messages
Tabel 13. Cloud Desktop
Optie
Server Lookup Method
Server IP Address
Server Port
Client Address Method
Client IP Address
Client SubnetMask
Omschrijving
Deze optie geeft aan of een Virtual Machine Monitor (VMM) gebruik kan maken van de
aanvullende hardwaremogelijkheden die door Intel virtualisatietechnologie worden geleverd.
● Enable Intel Virtualization Technology (Intel-virtualisatietechnologie inschakelen):
deze optie is standaard ingeschakeld.
Omschrijving
Hiermee kunt u de interne draadloze apparaten in- of uitschakelen:
● WLAN/WiGig
● Bluetooth
Alle opties zijn standaard ingeschakeld.
Omschrijving
Toont de servicetag van uw computer.
Hier kunt u een asset-tag voor het systeem maken als er nog geen asset-tag is ingesteld. Deze
optie is niet standaard ingeschakeld.
Bestuurt het SERR-meldingsmechanisme. Voor sommige grafische kaarten is vereist dat het
SERR-meldingsmechanisme is uitgeschakeld. Deze optie is standaard ingeschakeld.
Omschrijving
Hiermee wordt aangegeven hoe de Cloud Desktop-software de serveradressen opzoekt.
● Vast IP-adres
● DNS: deze optie is standaard ingeschakeld.
OPMERKING:
Dit veld is alleen relevant wanneer de optie Geïntegreerde netwerkkaart in de
groep Systeemconfiguratie is ingesteld op Inschakelen met Cloud Desktop.
Hiermee geeft u het primaire vaste IP-adres op van de Cloud Desktop-server waarmee de
clientsoftware communiceert. Het standaard-IP-adres is 255.255.255.255.
OPMERKING:
Dit veld is alleen relevant wanneer de optie Geïntegreerde netwerkkaart in de
groep Systeemconfiguratie is ingesteld op Inschakelen met Cloud Desktop.
Dit geeft de primaire IP-poort aan van de Cloud Desktop, die door de client wordt gebruikt om te
communiceren. De standaard IP-poort is 06910.
OPMERKING:
Dit veld is alleen relevant wanneer de optie Geïntegreerde netwerkkaart in de
groep Systeemconfiguratie is ingesteld op Inschakelen met Cloud Desktop.
Hiermee geeft u op hoe de client het IP-adres verkrijgt.
● Vast IP-adres
● DHCP: deze optie is standaard ingeschakeld.
OPMERKING:
Dit veld is alleen relevant wanneer de optie Geïntegreerde netwerkkaart in de
groep Systeemconfiguratie is ingesteld op Inschakelen met Cloud Desktop.
Hiermee geeft u het IP-adres van de client op. Het standaard-IP-adres is 255.255.255.255.
OPMERKING:
Dit veld is alleen relevant wanneer de optie Geïntegreerde netwerkkaart in de
groep Systeemconfiguratie is ingesteld op Inschakelen met Cloud Desktop.
Hiermee geeft u het subnetmasker voor de client op. De standaardinstelling is 255.255.255.255.
Installatie van het systeem
41