Stappen
1. Plaats de
ventilator en de
2. Plaats de linker-I/O-kaart.
3. Draai de systeemkaarteenheid om en plaats deze op de palmsteuneenheid.
OPMERKING: Houd de linker- en rechterkant van de ventilator en de koelplaateenheid goed vast wanneer u de
systeemkaart plaatst.
WAARSCHUWING: Om schade aan uw computer te voorkomen, moet u de systeemkaart niet bij de linker-I/O-kaart
vasthouden wanneer u deze plaatst.
4. Lijn de schroefgaten op de systeemkaart uit met de schroefgaten op de palmsteun.
5. Plaats de twee schroeven (M2x3) terug waarmee de linker-I/O-kaart aan de palmsteuneenheid wordt bevestigd.
6. Plaats de acht schroeven (M2x3) terug waarmee de systeemkaart aan de palmsteuneenheid wordt bevestigd.
7. Plaats de drie schroeven (M2x3) terug waarmee de ventilator en koelplaateenheid op de palmsteuneenheid worden bevestigd.
8. Plaats de twee schroeven (M2x4.5) terug waarmee de ventilator en koelplaateenheid op de palmsteuneenheid worden
bevestigd.
9. Sluit de kabel van de G-sensor aan op de connector op de systeemkaart.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u de kabel van de G-sensor aansluit voordat u de beeldschermkabel aansluit.
koelplaateenheid.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
51