CS 80 MAGNEO
Teken nu via de openingen in de aandrijving
de montagegaten af.
Om alle 4 gaten te kunnen bereiken,
moet de loopwagen verschoven worden.
Leg de aandrijving weer neer en boor de
montagegaten.
Gebruik voor de bijgeleverde plaatschroeven
een boor met een ø van 4,2 mm.
De plaatdikte moet minimaal 2 mm
bedragen en de onderconstructie moet
minstens 240 kg kunnen dragen.
Schuif de aandrijving weer tot aan de
aanslag in de bevestigingsbeugel.
De aansluiting moet tegenover de
beugel liggen.
Laat de aandrijving niet aan de
montagehoek hangen zonder deze
daarbij vast te houden. De montagehoek
zou anders verbuigen.
De ophangbeugels moeten met hun
opening naar de voorzijde wijzen, omdat
deze na het inbouwen niet meer
gedraaid kunnen worden.
De aandrijving onder de dwarsdrager
schroeven.
Daarvoor de gekozen schroeven gebruiken
De aandrijving moet exact waterpas en
evenwijdig aan de wand gemonteerd
worden.
Alle aansluitkabels moeten dan al in de
onmiddellijke nabijheid van de
aandrijving zijn geïnstalleerd.
De doorvoeropeningen voor de kabels
moeten voldoende ruim zijn en mogen
geen scherpe randen hebben.
24
Technische Documentatie