Opbouw van het apparaat en technische gegevens MOVI-PLC
4
CAN-buskoppeling OCC11B
Voeding
Instellen van de
baudrate via
adresseer-
schakelaar
20
AANWIJZINGEN
•
CAN-bus gebruikt als overdrachtsmedium een afgeschermde driedradige kabel.
•
In systemen met meer dan twee stations worden alle deelnemers parallel bedraad.
Hiervoor moet de buskabel zonder onderbrekingen worden doorgelust.
•
De buskabel moet aan de kabeleinden altijd met een afsluitweerstand van 120 Ê
worden afgesloten om reflecties en dus overdrachtsproblemen te voorkomen.
De CAN-buskoppeling OCC11B heeft een ingebouwde voedingsmethode. De
voedingsmethode moet met DC 24 V worden gevoed. Naast de elektronica van de
buskoppeling worden met de voedingsspanning de aangesloten I/O-modules via de bus
aan de achterzijde gevoed. De voedingsmethode is bij verkeerde polariteit of bij over-
stroom beschermd tegen beschadiging. De CAN-bus en de bus aan de achterzijde zijn
galvanisch van elkaar gescheiden.
AANWIJZING
Om bedrijfsstoringen van de buskoppeling te voorkomen dient u op de juiste polariteit
van de voeding op stekerverbinding X1 te letten.
Via de adresseerschakelaar stelt u de CAN-baudrate en de module-ID in.
•
Stel op de adresseerschakelaar het adres 00 in.
•
Schakel de voeding voor de CAN-buskoppeling in.
De diagnoseleds "ER", "RD" en "BA" knipperen met 1 Hz. Binnen vijf seconden kunt
u nu de CAN-baudrate programmeren via de adresseerschakelaar.
Adresseerschakelaar
00
01
02
03
04
05
07
08
Na deze vijf seconden wordt de ingestelde CAN-baudrate opgeslagen.
CAN-baudrate
1 MBaud
500 kBaud (fabrieksinstelling)
250 kBaud
125 kBaud
100 kBaud
50 kBaud
20 kBaud
800 kBaud
Handboek – MOVI-PLC
®
I/O-systeem
Maximale buslengte
25 m
100 m
250 m
500 m
600 m
1000 m
2500 m
50 m
®
I/O-systeem