1. Sluit het toetsenbord en de muis aan.
2. Maak met een kabel verbinding met uw netwerk.
OPMERKING:
U kunt ook verbinding maken met een draadloos netwerk.
3. Sluit het beeldscherm aan.
OPMERKING:
Als uw computer wordt geleverd met een geïntegreerde grafische kaart en een afzonderlijke grafische
kaart, worden de poorten op het achterpaneel behandeld. Sluit het beeldscherm aan op een beeldschermpoort op de
afzonderlijke grafische kaart.
4
De computer instellen
De computer instellen
+
1