Hoofdstuk 2: Installatie en configuratie
Docking-station
Het basisprincipe achter de installatie van de detector is dat alle bedrading en
het buizennetwerk worden geïnstalleerd met behulp van een docking-station. Dit
is een handige functie waarmee de detector kan worden verwijderd of vervangen
zonder de bedrading of het geïnstalleerde buizennetwerk te verstoren.
De inlaat- (rookaanzuiging) en uitlaatpoorten van het docking-station worden
gebruikt om te werken met het buizennetwerk. De inlaatpoorten worden gebruikt
voor rookaanzuiging in het buizennetwerk. De uitlaatpoort voert de uitlaatlucht
van de detector terug naar het rookaanzuiggebied, wanneer dit wordt vereist
door luchtdrukverschillen. Zie Afbeelding 4 op pagina 10.
Afbeelding 4: Docking-station
(1) Kabeldoorvoer
(2) Uitlaatpoort
(3) Aanzuigpoort
Toepassing
De detector is bedoeld voor detectie van langzaam ontwikkelende branden in
kleine ruimtes. De detector is derhalve geschikt voor gebruik in een aanzienlijk
aantal toepassingen getypeerd door kleine in compartimenten verdeelde ruimtes,
stellingen in warenhuizen, of onderdelen van elektronische of
elektromechanische apparatuur waarvoor onafhankelijke melding van langzaam
ontwikkelende branden wenselijk is. In ruimtes die zijn onderverdeeld in
compartimenten wordt meestal een afzonderlijke detector gebruikt.
De detector is niet bedoeld om grote gebieden te beveiligen, of om rook aan te
zuigen uit gebieden waar verschillende luchtsnelheden of drukverschillen
10
(4) Montageschroefopeningen
(5) Aardeaansluiting
Stratos Micra 100 Rookaanzuigdetectiesysteem Installateurshandboek