AVENAR detector 4000
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Opmerking voor DO-melders:
Aanwijzing!
Het apparaat kan niet worden gebruikt met FPA-5000 paneelcontroller van het type A.
2.5
Accessoires
FLM-320-EOL2W EOL-afsluitmodule
FLM-320-EOL2W EOL-afsluitmodule
De FLM-320-EOL2W EOL-afsluitmodule is een 2-draads
module voor het afsluiten van een lijn conform EN 54-13.
De module detecteert storingen conform EN 54-13 en
rapporteert fouten aan de brandmeldcentrale.
Identificatie plaatje
De indentificatie plaatjes zijn gemaakt van ABS-kunststof met een dikte van 1,8 mm en worden
tussen de meldersokkel en het plafond geklemd.
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
EMC-veiligheid bedraagt 50 V/m en ligt daarmee veel hoger dan volgens de normen wordt
vereist.
Behoud van de LSN-lusfuncties bij draadbreuk of kortsluiting van een melder dankzij
geïntegreerde isolatoren.
Identificatie van afzonderlijke melders op de brandmeldcentrale in geval van alarm.
Alarmindicatie op de melder met een knipperende rode LED.
Programmeerbaar, dat wil zeggen, kan worden aangepast aan het toepassingsgebied.
Verbeterde detectie en beveiliging tegen ongewenste alarmen, dankzij evaluatie van het
tijdgedrag van brand en storingsvariabelen.
Activeren van nevenindicator is mogelijk.
Optionele mechanische beveiliging tegen verwijdering (kan in- of uitgeschakeld worden).
Stofwerende labyrintafdichting en kapconstructie.
Iedere melder heeft een reinigingsopening met afsluitdop om de optische kamer schoon
te blazen met perslucht (niet nodig voor de hittemelder FAH-425-T-R).
Voor aansluiting op de BMC's FPA-5000 en FPA-1200 met uitgebreide LSN-kenmerken.
In de "classic" modus is aansluiting mogelijk op de LSN-brandmeldcentrales BZ 500 LSN,
UEZ 2000 LSN, UGM 2020 en op andere centrales of de bijbehorende ontvangermodules
met identieke aansluiteigenschappen, maar dan met de oude LSN-systeemlimieten.
Het is mogelijk om via LSN het volgende uit te lezen voor elke geconfigureerde melder:
serienummer, vervuilingsgraad (voor de O-sensor), bedrijfsuren, EMC-sterkte en huidige
analoge waarden.
Gebruik van afgeschermde en niet-afgeschermde kabels.
De lustechnologie van LSN improved version ondersteunt de aansluiting van maximaal
254 melders uit de FAP-425/FAH-425-serie per lus of steeklijn (neem hierbij de landelijke
regelgeving in acht).
Mogelijkheden voor flexibele netwerkstructuren, zonder aanvullende elementen (T-
aftakking is niet mogelijk voor melderuitvoeringen zonder draaischakelaars).
Automatische of handmatige melderadressering mogelijk.
Voldoet aan EN 54-, EN 50131- en VdS-richtlijnen.
Operation Guide
Systeemoverzicht | nl
7
2014.10 | 1.0 | F.01U.309.613