Secificaties :
2x DIN-Bussen vvor aansluiting aan de SX-Bus. Stroomopname max. 10 mA.
2x Klembussen voor aansluiting van de motorspanning van de draaischijf.
2x 2 Klembussen voor het ompolen van de draaischijf.
4x Klembussen voor het aansluiten van de draaischijfbesturing.
2x Klembussen voor de terugmelding van de positiestand van de draaischijf.
1x Programmeertoets tussen de Databusaansluitingen voor het programmeren.
Programmeerbaar op de adressen 0 tot 103 en 2 bedrijfskeuzes, elektronisch zonder schakelaar.
1x Datenbuskabel van 30cm lengte.
Afmetingen: (breedte x diepte x hoogte) 100 x 88 x 30 mm.
Inbouw :
De schakeling kan het beste op een goede toegangkelijke plek in de buurt van de draaischijf onder de baan worden
aangebracht.
Aansluiting:
De draaischijfbesturing wordt mbv de 5-polige kabel aan de Selectrix-Databus aangesloten. De hiervoor voorhanden zijnde bussen
zijn intern paralel geschakeld, zodat aan de vrije bus het volgende Selectrix-moduul aangesloten kan worden.
De voedingsspanning voor de draaischijfmotor wordt aan de klemmen VV aangesloten. Er kan zowel wissel als gelijkspanning
gebruikt worden. De hoogte van de spanning moet zo worden bepaald dat de draaischijf zo langzaam mogelijk draait, zonder dat
dit ten koste gaat van het goede functioneren. Een gelijkstroomtrafo (0,5A of 1A) met regelbare spanning is hiervoor zeer geschikt.
De bussen RR zijn voorzien voor het bepalen van de draaischijfbasisinstelling = positie 0. De basisinstelling wordt dan pas herkend,
als tussen de beide aansluitingen een verbinding wordt gemaakt
De klemmen SS kunnen voor het afschakelen van de rijspanning van de draaibühne tijdens het draaien gebruikt worden. In de
ruststand zijn de beide klemmen met elkaar verbonden en alleen tijdens het draaien gescheiden.
De klemmen EE (ingangen) en AA (uitgangen) kunnen voor de polariteitswissel van de draaibühne gebruikt worden.
In de draaibühnenstanden 0-11 en 36-47 is de linker klem E met de linker klem A en de rechter klem E met de rechter klem A
verbonden. In de overige standen 12-35 zijn de uitgangen A gekuist.
De bijgeleverde 50 Ohm weerstand dient om, de bzetmelderuitgang van een bezetmelder ongevoelig te maken,
omdat anders de draaischijfbesturing tot een bezetmelding van het bühnespoor kan komen zonder een aanwezige
lok.
P r o g r a m m e r i n g
:
Tijdens het programmeren moet het hele baanbedrijf rusten.
De Programmering kan na komplete inbouw en aansluiting van de draaischijfbesturing of alleen bij verbinding met de SX-bus
worden gedaan. Hiervoor is aan een stuurapparaat in Funtiemodus/Schakelbedrijf (SLX844, Lok Control 2000, Control Handy of
PC) het benodigde Adres in functiebedrijf in te stellen. Daana is de tussen de busaansluitingen aanwezige programmeertoets aan
de draaischijfbesturing in te drukken en aan het stuurapparaat de gewenste bedrijfskeuze toegewezen toets in te drukken. Als
terugmelding voor een succesvolle programmering worden alle balken op het aansturingsapparaat eenmaal kort schuin gezet. De
draaischijfbesturing is nu geprogrammeerd. Het adres kan vrij gekozen worden, maar mag niet door een ander apparaat of lok in
gebruik zijn.
Bii de SLX844 is in de modus rijden en schakelen het gewenste adres door regelaar 3 in display 3 in te stellen. De door de
bedrijfskeuze toegewezen toets (Bit) kiest U door het draaien van regelaar 4, het aktieve Bit (Toets) knippert (linker Balk = Toets 1,
rechter Balk = Toets 8). Nu Programmeertoets aan SLX816 indrukken. Door het drukken van de richtingstoets van regelaar 4 wordt
nu het gewenste Bit (Toets) gezet. Terugmelding volgt door het kort zetten van de balken naar boven.
Aansluitschema voor de Fleischmann-draaischijf
Arnold-draaischijf 1 en 3 dmv brug aan grijs 2 aan bruin
Bedrijfskeuzes en Programmeervolgorde:
Toets 2 voor Arnold- en Fleischmann-draaischijf 48 spooraansluitingen
Programmeervolgorde:
1.
Gewenste adres aan het stuurapparaat in de functiemodus ingeven
2.
Programmeertoets aan de SLX815 indrukken
3.
Funktietoets 2 aan het stuurapparaat indrukken
4.
Terugmelding afwachten, apparaat is bedrijgfsgereed
Toets 3 voor Fleischmann en Märklin-Miniclub-draaischijf 24 spooraansluitingen.
Programmeervolgorde:
1.
Gewenste adres aan het stuurapparaat in de functiemodus ingeven
2.
Programmeertoets aan de SLX815 indrukken
3.
Funktietoets 3 aan het stuurapparaat indrukken
4.
Terugmelding afwachten, apparaat is bedrijgfsgereed
4 aan blauw