4
6
-
ICOM-NL-690468720
4.5
Elektrische aansluitingen
Bij aansluiting dient te worden voldaan aan de
fundamentele eisen als vervat in de richtlijnen
89/392/EEG (machines) en gewijzigd bij richtlijnen
91/368/EEG, 93/44/EEG en 93/68/EEG alsmede de
eisen van richtlijn 73/23/EEG (elektrisch materiaal
b e s t e m d v o o r g e b r u i k b i n n e n b e p a a l d e
spanningsgrenzen) en
(elektromagnetische compatibiliteit). Voorts dienen
de in het land van installatie van toepassing zijnde
voorschriften en verordeningen in acht te worden
genomen. De machine mag pas op het net worden
aangesloten wanneer is komen vast te staan dat aan
d e b o v e n s t a a n d e e i s e n i s v o l d a a n . D e
sterkstroomkabel dient geïsoleerd koperen kernen
te hebben en voor de maximale aanloopstroom
bemeten te zijn.
A a n s l u i t i n g e n d i e n e n a a n d e h a n d v a n h e t
a a n s l u i t s c h e m a i n d e z e h a n d l e i d i n g e n h e t
meegeleverde aansluitschema te worden gemaakt.
V ó ó r d e m a c h i n e o p h e t n e t w o r d t
aangesloten moet worden nagegaan of de ter
p l a a t s e
b e s c h i k b a r e
overeenkomt met die, welke in hoofdstuk 9 is
opgegeven.
Eveneens dient nagemeten te worden dat de fase-
asymmetriefactor van de netspanning de 2% niet te
boven gaat (meet het verschil tussen de spanning aan
elk fasepaar en het gemiddelde van de netspanning
tijdens bedrijf. De grootst toelaatbare afwijking (de
asymmetriefactor) is 2%)). Het elektriciteitsbedrijf is
v e r a n t w o o r d e l i j k
asymmetriefactoren groter dan 2%.
De machine mag in geen geval op een
netspanning met een asymmetriefactor groter
dan 2% worden aangesloten en gestart.
G e b e u r t d i t t o c h , d a n v e r v a l t d e
fabrieksgarantie.
van richtlijn 89/336/EEG
s t r o o m s o o r t
v o o r
d e
c o r r e c t i e
YCAM 60 t/m 90, YCAM-A 60 en YCAM-B 60
t/m 90 vloeistofkoelmachines zijn uitgevoerd
met scrollcompressoren. Deze compressoren
hebben slechts één draairichting.
Gebruik een fasedetector om te controleren of
fasegeleiders L1, L2 en L3 in de juiste volgorde op
aansluitklemmen R, S en T zijn aangesloten. Dit is van
groot belang aangezien aansluiting in verkeerde
volgorde de compressoren ernstig kan beschadigen.
Verkeerde aansluiting blijkt al snel uit abnormaal
bedrijfsgeruis, te lage capaciteit en een stroomopname
die slechts de helft bedraagt van de waarde die op het
typeplaatje is aangegeven.
v a n