Inhoudsopgave
Advertenties
da Vinci 1.0 Pro 3in1
Werking en functiebeschrijving
Filament verwijderen
UTILITIES > CHANGE CART > UNLOAD FILAMENT
(hulpprogramma's > cassette vervangen > filament verwijderen)
Als u filament wilt verwijderen, activeert u de functie voor verwijdering van filament op het bedieningspaneel
van de printer
1. Wacht totdat de extruder is opgewarmd tot de bedrijfstemperatuur en verwijder het filament.
2. Wanneer 'PULLOUT FILAMENT' (filament uittrekken) op het scherm wordt
weergegeven, drukt u op de ontgrendeling en trekt u het filament eruit.
Temperatuur instellen
● SETTINGS > USER FILAMENT
De gebruiker kan de spuitkoptemperatuur, printbedtemperatuur en verwijdertemperatuur voor filament aan-
passen aan vereisten voor verschillende filamenten en ontworpen objecten:
1
Selecteer het item waarvoor u de temperatuur wilt instellen
A
Spuitkop
Druk op 'OK' om de tempera-
tuurinstelling voor de spuitkop
in te voeren
2
Temperatuuraanpassing:
● Ga met 'pijl links' en 'pijl rechts' naar het cijfer (eenheden, tientallen, honderdtallen) van de tempera-
tuur die u wilt aanpassen.
● Druk op 'pijl omhoog' of 'pijl omlaag' om de waarde aan te passen. Met 'pijl omhoog' verhoogt u de
waarde, met 'pijl omlaag' verlaagt u deze. Druk op 'OK' om de instelling te bevestigen.
● Als uw aangepaste temperatuur de toegestane grenzen overschrijdt, drukt u op 'OK' en wordt een
waarschuwing over het instellingenbereik weergegeven.
● Nadat u parameters hebt ingesteld, keert u terug naar de vorige pagina en selecteert u 'APPLY SET-
TING' (instelling toepassen) om de opgegeven instellingen op te slaan en toe te passen.
3
Beperkingen van het aangepaste temperatuurbereik
SPUITKOP
BED
(AAN)
VERWIJDEREN
Opmerkingen:
De temperatuurinstelling in deze procedure geldt alleen voor de applicatiesoftware 3D Builder van
Microsoft. Ga voor meer informatie over 3D Builder naar de website van Microsoft
● Als de temperatuur van het printbed is ingesteld op [OFF] (uit), wordt printen op kamertemperatuur ingeschakeld en wordt
het printbed niet verwarmd.
● Een extreem lage extrudertemperatuur kan leiden tot een slechte filamenttoevoer, die een goede extrusie van filament via de
spuitkop verhindert. Pas daarom eerst de bedrijfstemperatuur van de extruder aan.
pag. 5
(instellingen > gebruikersfilament)
B
Printbed
USER FILAMENT
NOZZLE: 210 ℃
>HEATBED: ON
BED: 040 ℃
Het warmtebed wordt stan-
daard opgewarmd. Selecteer
BED en druk op 'OK' om de
bedrijfstemperatuur van het
printbed aan te passen.
Opwarming van de spuitkop of de extruder bij toevoer
en printen: 170°C–240°C
Temperatuurstijgingsbereik van het printbed: 41°C–90°C
Temperatuurstijgingsbereik van de extruder bij verwijdering:
170°C–240°C
C
HEATBED: [ON]
OFF
> ON
Selecteer 'ON' (AAN) of
'OFF' (UIT) om de verwar-
ming van het printbed aan
of uit te zetten. Nadat u de
verwarmingsfunctie hebt
aangezet, drukt u op 'OK' om
de temperatuurinstelling voor
het printbed aan te passen
Filament verwijderen
USER FILAMENT
HEATBED
ON
BED
040 ℃
> UNLOAD
170 ℃
Druk op 'OK' om de tem-
peratuurinstelling voor het
filament in te voeren
HD23F1AS0C8
Advertenties
Inhoudsopgave
