De vullingen aanbrengen (Afb. A, B, C, D)
Opgelet!
Lees de veiligheidsrichtlijnen voordat u de vulling aanbrengt,
en vooral het punt "Voor het aanbrengen van de vulling".
• Breng de vulling aan in open lucht of een goed verluchte ruimte en niet in de buurt van om
het even welke warmtebron (afb. A).
• Alleen de voordien beschreven vullingen mogen gebruikt worden.
• Plaats de vullinghouder verticaal op een stabiel oppervlak.
• Zet de vulling rechtopstaand in de vullinghouder.
• Zorg ervoor dat de rubberen dichting in de behuizing van het toestel niet beschadigd is
(afb. B).
• Zorg ervoor dat de gasregelaar gesloten is (afb. C).
• Hou de vullinghouder vast en schroef het toestel in de vullinghouder (afb. D).
• Controleer of de verbinding dicht is. Dompel het toestel daarom gedurende min. twee
minuten volledig onder in een pot met water. Als er bellen verschijnen, is het toestel niet
volledig afgesloten.
• Indien er gas uit het toestel ontsnapt (gasgeur of bellen bij de lektest), breng het dan
meteen naar buiten naar een plaats met een goede luchtcirculatie zonder ontvlambare
bronnen, waar het lek kan worden gelokaliseerd en opgelost. Zoek een lek nooit met een
vlam, maar gebruik hiervoor een zeepsopje! Hou het toestel zo lang onder observatie tot
het gas volledig verdwenen is.
OPGELET!
Om te vermijden dat er gas ontsnapt nadat de vulling werd
geperforeerd, mag de vullinghouder pas losgeschroefd
worden, als het gas volledig werd opgebruikt.
• Zorg ervoor dat het gas conventioneel uitstroomt door de regelaar kort te openen.
09