4. Filter
Het filter beschermt de heat exchanger van de koelgroep en de
pomp tegen onzuiverheden. Het filter moet op regelmatige basis
worden gereinigd.
5. Veiligheidsventiel
Het veiligheidsventiel beschermt het systeem tegen overmatige
druk. Het opent bij 3 bar.
6. Manometer
De manometer meet de systeemdruk.
7. Expansievat
Het expansievat houdt de systeemdruk op een constant niveau als
het water uitzet of inkrimpt als gevolg van temperatuurverschillen.
8. Afvoer/opvulventiel
Dit ventiel is bedoeld om het systeem af te voeren of te vullen met
water of een water/glycoloplossing.
9. Afsluitventiel
Dit ventiel wordt gebruikt om de hydraulische module te isoleren
van de rest van het systeem.
10. Ontluchtingsventiel
Dit ventiel verwijdert de lucht uit het systeem.
11. Tank
De tank hoopt het water of de water/glycoloplossing op.
12. Vorstbeveiliging
Dit beschermt het circuit tegen vorst (een optie bij EHMC-V1010
en EHMC-V1080).
13. Afsluitventielen
Deze ventielen zijn bedoeld vocr het onderhoud van de filter (lokaal
aan te kopen).
Beveiligingen
De EHMC unit beschikt over de volgende beveiligingen:
Thermische beveiliging
De pomp is uitgerust met een interne beveiliging die in werking wordt
gesteld als de motortemperatuur te hoog wordt. Na een temperatuurdaling
wordt de thermische beveiliging automatisch teruggesteld.
Veiligheidsventiel
Dit ventiel opent als de systeemdruk boven 3 bar stijgt en sluit
automatisch als de systeemdruk weer een normaal niveau bereikt.
K
EUZE VAN DE MONTAGEPLAATS
De EHMC unit moet worden gemonteerd op een plaats die voldoet aan
de volgende voorwaarden:
1. De fundering moet stevig genoeg zijn om het gewicht van de unit
te dragen. De ondergrond moet ook vlak zijn om trillingen en
geluidshinder te voorkomen.
2. Er moet voldoende ruimte rond de unit zijn voor onderhoud.
(Raadpleeg afbeelding 1).
3. Er is geen brandgevaar als gevolg van het lekken van ontvlambaar gas.
4. Het water mag geen schade kunnen toebrengen aan de locatie in
geval het uit de unit mocht druppelen.
5. Het geluid dat de unit voortbrengt mag niemand hinderen.
6. De unit moet rechtstreeks in beton kunnen worden bevestigd.
I
NSPECTIE EN BEHANDELING VAN DE UNIT
Bij de levering dient u de unit te controleren en eventuele schade
meteen te melden aan de schadebehandelingsagent van de
leverancier.
Bij het behandelen van de unit moet u met het volgende rekening
houden:
1.
Breekbaar, behandel de unit met de nodige omzichtigheid.
2. Hef de unit bij voorkeur op met een kraan en twee riemen (1) van
minstens 6 meter lang.
3. Bij het heffen van de unit met een kraan dient u steeds
beschermstukken (2) te gebruiken om te voorkomen dat de riemen de
unit beschadigen. Hou ook rekening met het zwaartepunt van de unit.
4. Breng de unit zo dicht mogelijk in de oorspronkelijke verpakking
bij de uiteindelijke montageplaats om beschadiging tijdens het
transport te voorkomen.
U
ITPAKKEN EN MONTEREN VAN DE UNIT
1. Verwijder de kartonnen bedekking van de unit.
2. Verwijder de schroeven die de unit op het pallet bevestigen.
3. Bevestig de unit rechtstreeks in beton met behulp van ankerbouten
met een M8-draad.
4. Zorg dat de unit in beide richtingen waterpas staat.
Let op
1. Bij montage van de unit op het dak dient u eerst na te gaan of het
dak stevig genoeg is en of er voldoende afvoermogelijkheden zijn.
2. Bij binnenmontage dient u de afvoerslang aan te sluiten op de
afvoeraansluiting (ø16).
Maximaal toegestane installatiehoogte in functie van het
watervolume.
De EHMC unit wordt na de koelgroep gemonteerd in het systeem.
Respecteer daarbij de volgende beperkingen:
Als u de EHMC unit monteert op het hoogste punt van het systeem
dient u geen rekening te houden met het niveauverschil.
Als u de EHMC unit niet monteert op het hoogste punt van het systeem
dient u afbeelding 4 te raadplegen om na te gaan wat het maximaal
toegestane niveauverschil is in functie van het watervolume.
Vb.: Als het watervolume = 180 l, dan bedraagt het maximaal toegestane
niveauverschil 9 m.
Montage van het filter
Het EHMC pakket omvat ook een filter om te voorkomen dat er
onzuiverheden terechtkomen in het water of de water/glycoloplossing.
Monteer het filter in het circuit voor de koelgroep (raadpleeg afbeel-
ding 2). Zorg ervoor dat het gemakkelijk bereikbaar is voor onderhoud.
Aansluiten van de drukmanometers op het watercircuit
(lokaal uit te voeren).
Indien het nodig is om de statische hoogte over de pomp te kennen,
bijvoorbeeld om de waterhoeveelheid te helpen regelen (raadpleeg het
hoofdstuk "Opstarten"), dan dient u drukmanometers of een differen-
tiaaldrukmanometer te monteren op de drukpoorten.
Instellen van de voordruk van het expansievat.
De voordruk (Pg) op het expansievat moet worden ingesteld vooraleer
u het systeem vult met water of een water/glycoloplossing in functie van
het maximale niveauverschil voor installatie (H).
Gebruik droge perslucht of stikstof.
De in te stellen voordruk (Pg) wordt zoals hieronder berekend:
Pg = (H/10+0,3) bar
H = Maximaal toegestane installatiehoogte van het circuit boven de
EHMC unit (m)
Let op
De voordruk (Pg) op het expansievat moet altijd ≥ 0,5 bar zijn. Als de
EHMC unit bijvoorbeeld wordt gemonteerd op het hoogste punt van het
systeem dan moet de voordruk op het expansievat 0,5 bar bedragen.
Opmerking
Fabrieksinstelling van voordruk
De fabrieksinstelling van de voordruk op het expansievat bedraagt 1,5
bar. Deze instelling kan worden behouden als de volgende waarden
niet worden overschreden:
1. Niveauverschil voor installatie < 12 m
2. Totaal watervolume < 140 l
3. De instelling van de waterdruk wordt gerespecteerd (raadpleeg het
volgende hoofdstuk).
2