4
Bedrijf van het videosysteem
4.1
Verbinding tussen beeldscherm en camera leggen
Controleer na het openen van de verpakking of alle onderdelen compleet en onbeschadigd
zijn. Wanneer onderdelen ontbreken of defect zijn, neemt u zo snel mogelijk contact op met
uw leverancier. Gebruik het apparaat pas na toestemming van de leverancier.
Vóór het eerste gebruik moet de monitor met minstens een camera worden verbonden.
Verbinding met stekkeraansluiting leggen en met de rubberen beschermhoes tegen
vochtigheid en stof beschermen.
Vóór de aansluiting aan het boordnet moet de batterij van het voertuig worden afgesloten .
De inbedrijfname van de stroomvoorziening moet met de voertuigfabrikant resp. de
gebruiksaanwijzing van het voertuig overeenstemmen.
De aansluitingen mogen alleen worden gelegd door getrainde vakmensen.
1.
Power: Inschakeltoets indrukken en twee seconden voor in-/uitschakelen ingedrukt
houden. Hoofdmenutoets: Toets kort indrukken om naar vorige menu-item terug te
keren.
2.
CAM.S: Omschakeltoets om tussen een en twee camerabeelden om te schakelen.
3.
Left: Met de linker keuzetoets in het displaymenu worden de parameters aangepast.
G
ebruiksaanwijzing achteruitrijvideosysteem LAN (kabelsysteem)
Een ontoereikende bevestiging kan tot vallen van de camera leiden
en daardoor ongevallen met personen en materiële schade
veroorzaken.
Een onvoldoende bevestiging kan sterke trillingen van de camera
veroorzaken en daardoor de beeldkwaliteit beïnvloeden. Te sterke
schokken kunnen de camera beschadigen.
Let voor de veiligheid van het voertuig ook op de richtlijnen van de
fabrikant ervan, of spreek in het bijzonder met hem af vóór u het
systeem aansluit.
Binnendringend stof en vochtigheid kan het beeld verstoren en het
contact langdurig beschadigen.
Ondeskundige aansluitingen en kabelverlengingen kunnen
kortsluitingen en grote materiële schade aan het voertuig
veroorzaken.
7
5070010984