4. M/R: Met de rechter keuzetoets worden de instellingen in weergavemodus ingesteld. Met
de menutoets wordt het menuscherm met de menuopties weergegeven, u kunt hiermee
het hoofdscherm van de menu-instellingen oproepen.
De bevestigingstoets dient om de instellingen te bevestigen en op te slaan.
5. Up: Met deze keuzetoets gaat u in het menuvenster naar boven.
6. Down: Met deze keuzetoets gaat u in het menuvenster naar beneden.
4.2
Ingebruikname
Nadat de verbinding tussen het beeldscherm en de camera is gelegd, wordt het apparaat met
de in-/uitschakelaar gestart.
Met de knoppenbalk onderaan op de rand van het beeldscherm kunnen instellingen worden
ingesteld:
1)
2)
3)
G
ebruiksaanwijzing achteruitrijvideosysteem LAN (kabelsysteem)
Let erop dat de camera alleen maar een ondersteuning is en dat
deze de bestuurder niet ontslaat van zijn verplichting om
voorzichtig te zijn. Onoplettendheid kan zware ongelukken met
grote materiële schade en zelfs met dodelijke afloop veroorzaken.
De bediening mag alleen met een stilstaand voertuig gebeuren.
Afleiding kan zware ongelukken veroorzaken.
Helderheid: U kunt de helderheid van het display met 0 tot
100 bytes instellen. Druk op LEFT/M/R Adjustment,
Standard 50.
Contrast: U kunt het contrast van het display met 0 tot 100
bytes instellen. Druk op LEFT/M/R Adjustment, Standard
50.
Kleur: kan aangepast worden, om de weergavekleur 0
~100 bytes aan te passen. Druk op de toets LINKS/M/R.
Instelling, Standard 50.
Terugzetten: Kies het menu-item Terugzetten om te
bevestigen dat u alle parameters van de beeldinstellingen
wilt terugzetten op de standaard instellingen.
Bevestig met Left/M/R om de geluidsterkte op Standard 10
in te stellen.
Hiervoor hebt u een geluidsweergaveapparaat nodig.
Draaien: U kunt de beelden van de AHD1/AHD2 zo instellen
dat ze apart naar boven en naar onderen worden gedraaid.
Druk op de toets LEFT/M/R. Stel de standaard instelling als
volgt in.
Blauw beeldscherm: Het blauwe beeldscherm kan op
openen/sluiten worden ingesteld.
Het beeldscherm wordt altijd als blauw beeldscherm
weergegeven, als er geen ontvangstsignaal voor het
geopende beeldscherm is. Als het kanaal in uitgeschakelde
toestand geen signaalingang ontvangt, wordt altijd een
zwart beeldscherm weergegeven.
8
5070010984