5.3 Printerinitialisatie
Bij de printerinitialisatie wordt het DRAM-geheugen van de printer gewist en worden
de fabrieksinstellingen hersteld.
De printerinitialisatie starten:
1. Schakel de printer uit.
2. Houd de knop Doorvoeren/onderbreken (
vervolgens in.
3. Laat de knop Doorvoeren/onderbreken los als het statuslampje op de printer
verandert in
De kleur van de statuslampjes verandert in onderstaande volgorde:
Als u het afdrukken wilt hervatten, schakelt u de printer uit en vervolgens weer in.
(oranje)
(5 keer)
(5 keer)
(5 keer)
(Groen (brandt continu))
) ingedrukt en schakel de printer
en begint te knipperen.
Laat de knop Doorvoeren/
onderbreken los om de
printerinitialisatie te activeren.
48