Download Print deze pagina

fadini Elpro 33 exp Korte Handleiding pagina 2

Advertenties

BESCHRIJVING VAN DE WERKING VAN DE ELEKTRONISCHE PROGRAMMEERINRICHTING VOOR DRAAIHEKKEN
Controleer of alle verbindingen volgens het bijgesloten schema zijn uitgevoerd. Zodra de 230V – 50Hz eenfasevoeding op de klemmen
24-25 tot stand is gebracht, moet de rode led nr.1 gaan branden, die het signaal geeft dat de kaart onder spanning is.
Het display zal het opschrift "VERGRENDELING" tonen dat van rechts naar links loopt.
BESCHRIJVING VAN DE PROGRAMMERING VAN DE PARAMETERS EN DE MODALITEITEN
Via het display en de programmeertoetsen kunnen alle functies van de programmeerinrichting Elpro 33 exp. gewijzigd worden.
De programma's zijn verdeeld in parameters (variatie van de tijden) e in modaliteiten (keuze van de functies).
DISPLAY VOOR WEERGAVE
PROGRAMMEERTOETSEN
CLR
ENT
Voor toegang tot de parameters en de modaliteiten, moet men de programmeertoets L bedienen, en op het display zal het opschrift
"CODE" verschijnen en meteen daarna "0", een van de twee programmeertoestanden:
- "0" programmering geblokkeerd
- "1" toegang tot de programmering van de parameters en de modaliteiten
Om de waarde van "0" in "1" te veranderen,
bedien de toets "ENT" de waarde "0" zal knipperen, ofwel wijziging toegestaan.
bedien de toets
bedien de toets "ENT" de waarde zal niet meer knipperen, wijziging bevestigd.
bedien de toets
MODALITEIT:
MOD9
MOD8
MOD7
MOD6
MOD5
MOD4
MOD3
MOD2
MOD1
PARAMETERS:
PR10
PR9C
PR9A
PR 8
PR7
PR6
PR5
PR4
PR3
PR2
PR1B
PR1A
Om de instellingen van de parameters en de modaliteiten te wijzigen:
kies de gewenste optie en wacht drie seconden tot de vooringestelde waarde verschijnt.
bedien de toets
"ENT"
bedien de toets L of M de vooringestelde waarde wordt verhoogd of verlaagd.
bedien de toets
"ENT"
Om de programmering te verlaten:
M
bedien de toets
bedien de toets
"ENT"
M
bedien de toets
bedien de toets
"ENT"
M
bedien de toets
- Met de toets "CLR" kan een parameter of een modaliteit verlaten worden zonder de waarde te wijzigen en kan men zien, wanneer
op het display de waarde wordt weergegeven, in welke parameter of modaliteit gewerkt wordt.
33
exp
CLR = WIST OF GEEFT DE PARAMETERS OF DE MODALITEITEN WEER
(WANNEER HET DISPLAY KNIPPERT)
L
= VERHOOGT DE WAARDEN VAN DE PARAMETERS OF WIJZIGT
DE MODALITEITEN
M
= VERLAAGT DE WAARDEN VAN DE PARAMETERS OF WIJZIGT
DE MODALITEITEN
ENT = ZORGT VOOR HET WIJZIGEN (WANNEER HET DISPLAY
KNIPPERT), EN VERVOLGENS HET BEVESTIGEN VAN ALLE
PARAMETERS EN MODALITEITEN
L
de waarde "1" zal verschijnen (nog knipperend).
L
de eerste parameter "PR1A" zal verschijnen, en als men
dezelfde toets blijft bedienen, zal de programmeerlijst van
de parameters en de modaliteiten als in de volgende lijst
voorbijlopen:
LOOPRICHTING
BIJ BEDIENING VAN DE TOETS:
L
LOOPT MEN VAN PR1A NAAR MOD9
BEDIEN OM TERUG TE KEREN
IN DE LIJST
DE TOETS: M
de waarde zal knipperen, ofwel wijziging toegestaan.
de waarde zal niet meer knipperen, wijziging bevestigd, men keert terug
naar de beginlijst van parameters en modaliteiten.
totdat het opschrift "CODE" en meteen daarna "1" verschijnt.
de waarde "1" zal knipperen, ofwel wijziging toegestaan.
de waarde "0" zal verschijnen (nog knipperend).
de waarde zal niet meer knipperen, wijziging bevestigd.
het display geeft via het lopende opschrift de toestand weer van de
manoeuvres van de automatisering die uitgevoerd worden (zie "toestand
van de automatisering weergegeven op het display").
BESCHRIJVING VAN DE PARAMETERS (tijden) en de MODALITEITEN (functies):
PARAMETERS:
PR1A = "Werktijd motor M1"
Men kan de tijd instellen tussen 0 en 150 sec. (vertraging tijdens sluiten).
PR1B = "Werktijd motor M2"
Men kan de tijd instellen tussen 0 en 150 sec. (vertraging tijdens openen).
PR2
= "Pauzetijd"
Men kan de tijd instellen tussen 0 en 255 sec.
PR3
= "Vertragingstijd bij sluiten"
Men kan de tijd instellen tussen 0 en 20 sec.
PR4
= "Tijd eindstoot"
Men kan de tijd instellen tussen 0 en 15 sec.
PR5
= "Tijd elektroslot"
Men kan de tijd instellen tussen 0 en 15 sec.
PR6
= "Tijd voorknipperen"
Men kan de tijd instellen tussen 0 en 25 sec.
PR7
= "Tijd knipperen einde cyclus"
Men kan de tijd instellen tussen 0 en 25 sec.
PR8
= "Tijd courtesy light"
Men kan de tijd instellen tussen 0 en 255 sec.
PR9A = "Remtijd tijdens openen"
Men kan aan de werktijd 0 tot 25 sec. toevoegen
PR9C = "Remtijd tijdens sluiten"
Men kan aan de werktijd 0 tot 25 sec. toevoegen
PR10 = "Compensatie motoren"
Op 0 instellen voor motoren met symmetrische open/sluit snelheden (krikken)
Op 7 instellen voor motoren met verschillende open/sluit snelheden (zuigers)
MODALITEITEN: MOD1 = 1 "1e paar fotocellen"
Keert om bij obstakel verwijderd tijdens sluiten en stopt tijdens openen
0 "1e paar fotocellen"
Keert om bij sluiten en stopt niet bij openen
MOD2 = 1 "Radiobesturing"
Keert niet om tijdens openen
0 "Radiobesturing"
Keert om bij elke puls
MOD3 = 1 "Slag automatisering"
Sluit op automatische wijze
0 "Slag automatisering"
Sluit niet op automatische wijze
MOD4 = 1 "Radio"
Stap voor stap met tussenvergrendeling
0 "Radio"
Keert om bij hek in beweging
MOD5 = 1 "Voetgangersdoorgang"
Is geactiveerd, opent bij ingedrukt houden meer dan 2 sec.
0 "Voetgangersdoorgang"
Is niet geactiveerd
e
MOD6 = 1 "2
paar fotocellen"
Uitgesloten
e
0 "2
paar fotocellen"
Voorbereiding voor de aansluiting
MOD7 = 1 "Tijdengeheugen"
Geïnactiveerd
0 "Tijdengeheugen"
Geactiveerd
MOD8 = 0 "Normale werking"
= 1 "Dodeman"
= 2 "Auto/Close"
Alleen met MOD3=1 (Automatisch) en MOD6=0 (2
bij ingang en passeren langs de interne fotocellen, sluit de automatisering weer na 2
seconden, bij uitgang en passeren langs de externe fotocellen, sluit de automatisering
weer na 2 seconden
= 3 "Eindstoot"
Een puls van 2 seconden bij het sluiten elke 2 uur: het is belangrijk om het
knipperlicht op de klemmen 29-30 aan te sluiten.
= 4 "Dodeman +Eindstoot"
= 5 "Auto/Close+Eindstoot"
MOD9 = 0 "Vrij"
LEDS VOOR ZELFDIAGNOSE
LED nr.1: "Aan"
normaal uit.
e
LED nr.2: "Fotocellen 1
paar"
normaal aan.
LED nr.3: "Opent"
normaal uit.
LED nr.4: "Sluit"
normaal uit.
LED nr.5: "Vergrendeling"
normaal aan.
LED nr.6: "Radio"
normaal uit.
LED nr.7: "Toestand van de automatisering"
knippert.
e
LED nr.8: "Fotocellen 2
paar"
normaal aan.
LED nr.9: "Elektroslot"
normaal uit.
LED nr.10: "Relais vertraging sluiten"
normaal uit.
LED nr.11: "Relais vertraging openen"
normaal uit.
LED nr.12: "Relais richting"
normaal uit.
LED nr.13: "Relais lijn"
normaal uit.
TOESTAND VAN DE AUTOMATISERING WEERGEGEVEN OP HET DISPLAY:
Op de display kan men de toestand van de automatisering controleren aan de hand van opschriften die van rechts naar links lopen:
- Wanneer de automatisering als volgt is:
OPEN of GESLOTEN
(in halfautomatisch)
BEZIG MET OPENEN of SLUITEN
(in halfautomatisch)
OPEN of GESLOTEN
(in automatisch)
BEZIG MET OPENEN of SLUITEN
(in automatisch)
in VERGRENDELING (stop)
in FOTOCEL ACTIEF door OBSTAKEL
WERKING DRUKKNOPPENBORD "PULIN 3" EN CONTROLELAMP 24V 3W max
- Wanneer de automatisering als volgt is:
BEZIG MET OPENEN
de controlelamp 24V-3W knippert met 1 sec.
OPEN
de controlelamp blijft branden
BEZIG MET SLUITEN
de controlelamp 24V-3W knippert met 1/5 sec.
GESLOTEN
de controlelamp blijft uit
in VERGRENDELING
de controlelamp 24V-3W knippert met 2 sec.
WAARSCHUWINGEN VOOR DE PROGRAMMERING:
- De werktijd PR1A of PR1B moet altijd bij het openen berekend worden en wordt voor elke vleugel geteld waarvan de motor gedurende circa
3 seconden na de werkelijke slag moet werken.
- Als de vertragingtijd tussen de twee vleugels tijdens het sluiten PR3 is ingesteld op 0 sec., vertrekken de vleugels tegelijk. Bij het openen is de
vertraging tussen de vleugels gelijk aan PR3, met een maximum van 2 sec.
- De eindstoot PR4 is alleen actief bij volledig gesloten automatisering.
- Als de tijd van het elektroslot PR5 is ingesteld op 0 sec., wordt dit uitgesloten.
- De tijd van het voorknipperen PR6 is vóór elke openingscyclus actief (of sluitcyclus bij halfautomatisch bedrijf);
- De tijd van het knipperen bij einde cyclus PR7 is na elke complete openings- of sluitcyclus actief.
- Het knipperlicht tijdens de pauze uitsluiten: sluit het aan op de klemmen 29-30 ter vervanging van de "courtesy light" en stel PR8=0 in.
- De tijd van het courtesy light is actief tijdens en na elke werkcyclus bij de klemmen nr. 29-30
- De parameters PR9A en PR9C zijn uitsluitend voor de zuigers met remwerking. Om de totale openingstijd in te stellen, moet de werktijd berekend
vanaf gesloten hek tot begin remwerking in beschouwing worden genomen. Bij deze tijd moet PR9A worden opgeteld, zodat de automatisering nog
gedurende 3 sec. na de werkelijke slag blijft duwen. De waarden van de werktijden van de zuigers met remwerking moeten tijdens het sluiten
berekend worden.
e
- Om het 2
paar fotocellen aan te sluiten, moet MOD 6 op 0 zijn ingesteld en keert altijd tijdens het sluiten om en stopt altijd tijdens het openen.
- Na elke inschakeling kan alleen het openen worden uitgevoerd, om aan het systeem de opslag van de tijden toe te staan.
- Na het openen is alleen het sluiten toegestaan.
- Alle afstellingen kunnen ook bij bewegende automatisering worden uitgevoerd. Ze worden onmiddellijk opgeslagen.
- De courtesy tijd wordt bij elk cyclusbegin (zowel openen als sluiten) geactiveerd.
- Na elke vergrendeling en na een nieuwe voeding van de programmeerinrichting, blijft de vergrendelingsled nr. 5 branden en de 3 leds van Pulin 3
knipperen (wachtsituatie nieuwe opdracht).
ALS DE TIJD OP 0 WORDT
INGESTELD, WORDT DE
PARAMETER GEÏNACTIVEERD
e
paar fotocellen aangesloten),
Gaat aan wanneer de kaart gevoed is.
Gaat alleen uit wanneer er zich een obstakel tussen de fotocellen bevindt.
Gaat aan door op de betreffende knop te drukken.
Gaat aan door op de betreffende knop te drukken.
Gaat uit wanneer de betreffende knop wordt ingedrukt.
Gaat aan bij elke puls afkomstig van de radiobesturing.
Geeft de momentane toestand van de automatisering aan. Zie controlelamp 24V 3W.
Gaat alleen uit wanneer er zich een obstakel tussen de fotocellen bevindt.
Gaat aan bij bekrachtigd elektroslot.
Gaat aan tijdens de werking.
Gaat aan tijdens de werking.
Gaat aan tijdens de werking.
Gaat aan tijdens de werking.
wordt op het display weergegeven
FADINI IN PAUZE
wordt op het display weergegeven
OPENT of SLUIT
wordt op het display weergegeven
OPENT of SLUIT
wordt op het display weergegeven
OPENT of SLUIT
wordt op het display weergegeven
VERGRENDELING
wordt op het display weergegeven
FOTOCELLEN
(norm.)
en de Pulin led "Opent"
en de Pulin led "Vergrendeling"
(snel)
en de Pulin led "Sluit"
en de Pulin led "Vergrendeling"
(langzaam)
en alle Pulin leds
knippert
blijft branden
knippert
knippert
knipperen

Advertenties

loading