5 De inbedrijfname van de aandrijving
1.
Lees aandachtig de veiligheidsvoorschriften in het hoofdstuk Veiligheid van de
Vacon 100 installatiehandleiding.
2.
Na installatie voordat de spanning wordt ingeschakeld, controleer:
a.
dat de omvormer en motor geaard zijn;
b.
dat de voeding en motorkabels voldoen aan de voorschriften van de installatie-
handleiding, zie hiervoor hoofdstuk 4 van de installatiehandleiding
(de motorkabels en stuurkabels moeten aan de EMC eisen voldoen en aan
beide zijde moet de afscherming aan aarde gelegd worden);
c.
dat de kabelloop van de besturingskabels gescheiden is van de
vermogenskabels, de afscherming van de kabels aangesloten is op de
veiligheidsaarde. De draden mogen tijdens installatie geen elektrische
componenten raken van de omvormer;
d.
controleer de schakelaar setting van de analoge in- en uitgangen.
3.
Controleer de kwaliteit en kwantiteit van de koellucht.
4.
Controleer op mogelijke condensvorming binnen de omvormer.
5.
Controleer of alle Start/Stop signalen op de I/O klemmen op Stop staan.
6.
Sluit de omvormer aan op het net.
7.
Stel de parameters in (zie Application Manual) Let op; vul alle nominale
motorgegevens in volgens het type plaatje van de toegepaste motor.
8.
Doe eerst een functionele test zonder dat de motor is aangesloten aan de
regelaar.
Vacon 100 Flow
22
blz.