Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Warmwaterbereiding Testen; Circulatie; Antiblokkeerbeveiliging - Solvis SolvisVaero Handleiding Voor Installateur

Met solvismax
Verberg thumbnails Zie ook voor SolvisVaero:
Inhoudsopgave

Advertenties

4 Eerste inbedrijfstelling
WATER
Aanvraag
Beschikbaarheid
Tappen
Warmtehoeveelheid
5. "Gewenste waarde" voor de gewenste temperatuur
warm water invoeren. De maximale instelwaarde is
45 °C.
WARMWATER>AANVRAAG
Regelstatus
Setpoint
Buffer Tmin.
Om verkalking van de oppervlakken van de warm-
tewisselaar te voorkomen dient een maximale tem-
peratuur van 45 °C te worden ingesteld. Hoe lager
de gewenste warmwatertemperatuur („Setpoint")
wordt ingesteld, des te meer energie u bespaart.
Wij adviseren de gewenste waarde op lager dan
45 °C in te stellen. Bij een verhoogde kalkhoeveel-
heid in het leidingwater adviseren wij bovendien
een separate instelling van de thermostatische
mengklep (zie
hoofdstuk „Thermostatische
mengklep instellen" in de montage-instructies van
het desbetreffende systeem).

Warmwaterbereiding testen

Om beschadigingen aan de pomp te voorkomen dient
het voorraadvat volledig gevuld en ontlucht te zijn.
1. Voorraadvat volledig opwarmen.
2. Naar het "INSTALLATEUR MENU" omschakelen.
3. Menupunt "Overig" selecteren.
INSTALLATEUR MENU
4. "Installatiestatus" selecteren.
OVERIG
Initialiseren
Telfunctie
Installat.status
Gebruik.select.
Laadpomp
* uitsluitend bij bivalente bedrijfsmodus
16
1 / 2
Off
45°C
30°C
Geheugenkaart
Systeeminfo
–––
Bivalentie*
5. Aan een tappunt de warmwaterkraan opendraaien.
6. De weergave in het menu "Installatiestatus" in de
gaten houden:
– S18 moet waarde groter dan nul weergeven,
– S2 moet tot gewenste temperatuur WW stijgen,
– uitgang 2 moet zwart en rond gemarkeerd zijn.
INSTALLATIESTATUS
2
S01:
xxx.x°C
S07:
xxx.x°C
S02:
44.5°C
S08:
xxx.x°C
S03:
xxx.x°C
S09:
xxx.x°C
S04:
xxx.x°C
S10:
xxx.x°C
S05:
xxx.x°C
S11:
xxx.x°C
S06:
xxx.x°C
S12:
xxx.x°C
7. De warmwatertemperatuur aan het tappunt controle-
ren. Als deze te laag is, zie
verwarming en warmwater", pag. 44.

4.8.3 Circulatie

Indien een warmwatercirculatie is geïnstalleerd, dan dient
u de circulatie (bedrijfsmodus en eventueel het tijdven-
ster) tijdens de instructie en samen met de gebruiker van
de installatie in te stellen. De instructie wordt daarbij in de
bedieningsmodus „Specialist" uitgevoerd.
Looptijd van de circulatiepomp meten
Als de circulatiepomp langer draait dan 60 secon-
den, dan kunnen bij het naverwarmen van de circu-
latie de verwarmingspompen uitschakelen. Ga als
volgt te werk om dit te voorkomen:
1. Aan het verst van het voorraadvat verwijderde tappunt
de warmwaterkraan opendraaien en de looptijd van de
circulatiepomp meten.
2. Als de looptijd langer is dan 60 seconden, voeg daar
dan 10 seconden aan toe en gebruik deze waarde voor
"Uitschakelvertraging VC", zie
pag. 27.
De inbedrijfstelling aan de hand van de
ge-instructies van het desbetreffende systeem uit-
voeren.

4.9 Antiblokkeerbeveiliging

De antiblokkeerbeveiliging voorkomt door kort en regel-
matig inschakelen dat de aangesloten pompen en meng-
kleppen buiten de bedrijfstijden vast gaan zitten. Inscha-
keltijdstip en -duur kunnen vrij worden gekozen.
SolvisVaero · Technische wijzigingen voorbehouden 06.18 · BAL-SVA-7-I-NL SOLVIS
S13:
xxx.x°C
S14:
xxx.x°C
S15:
xxx.x°C
S16:
xxx.x°C
S17:
xxx l/h
S18:
15 l/min
hoofdstuk "Fouten bij
hoofdstuk "Tappen",
monta-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave