3.2
Bediening van het
instrument
Gebruikersinterface
Toets
Principes bediening
Het iCON gps 70 GNSS-instrument kan worden bediend met de toetsen van
het apparaat (Aan/Uit-toets, Functietoets) of met het veldboek.
Bediening met de toetsen
De iCON gps 70 GNSS kan worden bediend door op de toetsen van het appa-
raat te drukken. Zie
3.1 Toetsenbord
de toetsen en hun functie.
Functie
Houd beide toetsen ingedrukt en laat ze na 1 sec
los.
De huidige in het GNSS-instrument opgeslagen
almanakken worden verwijderd en nieuwe almanak-
ken worden gedownload. Het positielampje knippert
driemaal snel oranje.
Houd de toetsen gedurende 5 sec ingedrukt.
Het geheugenlampje knippert driemaal snel rood. Als
geen SD-kaart aanwezig is, wordt het intern geheu-
gen van het GNSS-instrument geformatteerd. Indien
ingevoerd, wordt de SD-kaart van het GNSS-instru-
ment geformatteerd. De geheugenled blijft rood
knipperen zolang het interne geheugen of de SD-
kaart wordt geformatteerd.
Houd de toetsen gedurende 10 sec ingedrukt.
Het systeemgeheugen (RAM) van het GNSS-instru-
ment wordt geformatteerd. De instellingen van alle
geïnstalleerde software zal worden verwijderd. Na
het formatteren van het systeemgeheugen, wordt
het GNSS-instrument uitgeschakeld.
De volgende lampjes knipperen drie keer
tegelijkertijd:
Positielampje: Oranje
•
Scheefstandlampje: Rood
•
De lampjes RTK-basis en RTK-rover: Groen
•
Houd de toetsen gedurende 15 sec ingedrukt.
Het register van het GNSS-instrument wordt gewist.
Windows CE en de communicatie-instellingen wor-
den teruggezet naar de fabriekswaarden. Na het
wissen van het register, wordt het GNSS-instrument
uitgeschakeld.
De volgende lampjes knipperen drie keer
tegelijkertijd:
Positielampje: Oranje
•
•
Scheefstand- en opslaglampje: Rood
Verbindingslampje: Blauw
•
Alle overige lampjes: Groen
•
Houd de toetsen gedurende >15 sec ingedrukt.
Het GNSS-instrument keert terug naar de vorige
bedieningsmodus.
voor een gedetailleerde beschrijving van
27