Werking van de Bluetooth
TOEWIJZING EN FUNCTIE VAN DE TOETSEN
1. PAIR-toets
2. LED
3. TALK-toets
AANSLUITING
Sluit de commander aan het hoofdtoestel aan volgens de onderstaande tekening:
TYPE A: BLUETOOTH
INSTELLING
a. Drukt u gedurende ca. 4 seconden op de PAIR-toets (1),
knippert de LED snel en u schakelt om naar de Handsfree
Pair-modus; drukt u gedurende ca. 1,5 seconden op de
PAIR-toets (1), verlaat u de Pair-modus opnieuw.
b. Stel de telefoon in op het Bluetooth
™
Bluetooth
-instellingen en voer het verbindingswacht-
woord (0000) in om het Bluetooth
volle scanprocedure te verbinden. Is de Pair-modus
actief, verschijnt op de telefoon het symbool ( ).
c. Drukt u één keer op de TALK-toets, verschijnt op de tele-
foon het symbool (
bruikt worden. De LED knippert één keer om de drie se-
conden.
BEDIENING
a. Wanneer u niet telefoneert en u drukt twee keer op de
TALK-toets (3), wordt automatisch het laatst gekozen
nummer gekozen.
b. Gaat de telefoon over, dan neemt u de inkomende oproep
aan door één keer op de TALK-toets (3) te drukken.
TYPE B: BLUETOOTH
INSTELLING
a. Wanneer u gedurende ca. 4 seconden op de PAIR-toets
(1) drukt, knippert de LED snel; drukt u nog eens op de
PAIR-toets (1), gaat de LED langzaam knipperen en u
schakelt om naar de Headset Pair-modus; drukt u nog
eens gedurende ca. 1,5 seconden op de PAIR-toets (1),
verlaat u de Pair-modus opnieuw.
b. Stel de telefoon in op het Bluetooth
™
Bluetooth
-instellingen en voer het verbindingswacht-
woord (0000) in om het Bluetooth
volle scanprocedure te verbinden. Is de Pair-modus actief,
verschijnt op de telefoon het symbool ( ).
NL 18
Hoofdtoestel
™
HANDSFREEPROFIEL
™
-menu, scan dan de
™
-toestel na de succes-
) X e ?
@ ) X ? ?
@ V 1 ? ?
? / X ? @ W 5 ? ?
? V / X @ ( Y ? ?
N @ @ H e ?
J @ @ L e ?
? W . Y @ ) X ? ?
? . Y ? @ S , ? ?
@ ( Y ? ?
( Y e ?
?
?
? ) X ? e ?
) en de telefoon kan normaal ge-
? O @ ? ? @ ) K e ?
? W 2 @ @ ? ? @ @ @ 6 X ?
W & @ @ @ ? ? @ @ @ @ ) X
* @ @ @ @ ? ? @ @ @ @ @ @
V 4 @ @ @ ? ? @ @ @ @ 0 Y
I ' @ ? ? @ @ ( M ? ?
? V ' ? ? @ 0 Y e ?
?
™
HEADSETPROFIEL
™
-menu, scan dan de
™
-toestel na de succes-
) X e ?
@ ) X ? ?
@ V 1 ? ?
/ X ? @ W 5 ? ?
V / X @ ( Y ? ?
N @ @ H e ?
J @ @ L e ?
W . Y @ ) X ? ?
. Y ? @ S , ? ?
@ ( Y ? ?
( Y e ?
?
™
4. Geïntegreerde microfoon
5. Aansluiting aan het hoofdtoestel
6. Externe microfoonaansluiting
c. Gaat de telefoon over en u drukt gedurende ca.
1,5 seconden op de TALK-toets (3), wijst u de inkomende
oproep af.
d. Drukt u tijdens een gesprek één keer op de TALK-toets
(3), beëindigt u zo het gesprek.
e. Drukt u tijdens een gesprek gedurende ca. 1,5 seconden
op de TALK-toets (3), leidt u het gesprek om op de telefoon;
drukt u opnieuw gedurende 1,5 seconden op dezelfde
toets, leidt u het gesprek om op Bluetooth
f.
Drukt u tijdens een gesprek twee keer op de TALK-toets (3),
schakelt u om naar de wachtlus. Drukt u opnieuw twee keer
op de toets, schakelt u om naar de communicatiemodus.
g. U kunt het kiezen van een nummer voor een uitgaand ge-
sprek afbreken door één keer op de TALK-toets (3) te
drukken.
MICROFOON
U kunt in de microfoon (4) praten. Indien u zich niet in de
buurt van de commander bevindt, kunt u via de externe
microfoonaansluiting (6) een andere microfoon aansluiten.
c. Drukt u één keer op de TALK-toets, verschijnt op de telefo-
?
on het symbool (
? ) X ? e ?
) en de telefoon kan normaal gebruikt
? O @ ? ? @ ) K e ?
? W 2 @ @ ? ? @ @ @ 6 X ?
W & @ @ @ ? ? @ @ @ @ ) X
* @ @ @ @ ? ? @ @ @ @ @ @
V 4 @ @ @ ? ? @ @ @ @ 0 Y
I ' @ ? ? @ @ ( M ? ?
? V ' ? ? @ 0 Y e ? ?
worden.
BEDIENING
a. Gaat de telefoon over, dan neemt u de inkomende oproep
aan door één keer op de TALK-toets (3) te drukken.
b. Drukt u tijdens een gesprek één keer op de TALK-toets (3),
beëindigt u zo het gesprek.
c. U kunt het kiezen van een nummer voor een uitgaand ge-
sprek afbreken door één keer op de TALK-toets (3) te
drukken.
d. U kunt het kiezen van een nummer voor een uitgaand ge-
sprek afbreken door één keer op de TALK-toets (3) te
drukken.
™
.