Figuur 2. Montagepositie circulatie-unit.
De circulatie-unit wordt middels vier 3/4" draaddoppen opgehangen.
Men dient minimaal 600 mm afstand te bewaren tussen wand en circulatie-unit i.v.m. de bereikbaarheid
van de regelapparatuur.
- De elektrische aansluiting dient door een erkend installateur te geschieden overeenkomstig de eisen
van het plaatselijk energiebedrijf.
- De aansluiting kan zijn een dubbelpolige werkschakelaar met contact opening van ten minste 3 mm en
aardcontact of een wandcontactdoos met randaarde. Bij toepassing van een wandcontactdoos dient
deze ten alle tijd bereikbaar te zijn. De elektrische installatie dient te voldoen aan NEN 1010 en aan de
eisen van het plaatselijke energiebedrijf.
Figuur 3. Principewerking circulatie-unit.
Opstelling circulatie-unit
Ophangpunten circulatie-unit
3126
E1386