3.8 Werking SID's van het type scanner met enkele
schakelaar (fig. 3.4)
Alle functies, inclusief rijden, zijn toegankelijk via een enkele
schakelaar die is verbonden aan een van de jack contacten
van de OMNI2 gebruikersschakelaar. Meer informatie over
installatie en aansluitingen vindt u in hoofdstuk 2.0.
3.8.1 Rijden
De scansnelheid in de rijmode kan naar wens van de gebruiker
worden geprogrammeerd. Overleg hierover met uw medische
zorgverlener of dealer. Wanneer de OMNI2 is ingeschakeld,
verschijnt een scherm zoals wordt weergegeven in Fig. 3.4.
Fig. 3.4
De OMNI2 scant door de volgende symbolen:
De configuratie van het R-net systeem, 'voortdurend' of
'latched', bepaalt de rijmethode.
OMNI2
Rev.B
Binnen
3.8.2 Voortdurend gebruik
Bij kortstondig gebruik rijdt de rolstoel door de
gebruikersschakelaar ingedrukt te houden, waarbij één van
de pijlsymbolen wordt getoond, in die richting die door de
pijl wordt aangegeven totdat de schakelaar wordt losgelaten.
Wanneer de gebruikersschakelaar wordt ingedrukt terwijl
het M symbool wordt weergegeven, gaat de OMNI2 het
gebruikersmenu in.
3.8.3 Latched werking
Bij 'latched' gebruik rijdt de rolstoel in een bepaalde richting
gedurende een bepaalde, geprogrammeerde tijdspanne,
wanneer de gebruikersschakelaar één keer wordt ingedrukt
terwijl een van de 'pijl' symbolen wordt weergegeven. Overleg
hierover met uw medische zorgverlener of dealer.
Om de bediening van de rolstoel te vereenvoudigen wanneer
men 'latched' voorwaarts rijdt, laat de scanreeks het volgende
zien:
Voorwaarts, rechts, achterwaarts, links, achterwaarts, rechts,
achterwaarts, links, achterwaarts, rechts, voorwaarts.
Druk op de gebruikersschakelaar om de nieuwe, weergegeven
richting te selecteren.
15