20
18
21
10
3. Stel de positie van het kinderzitje in en
verbind beide ISOFIX-connectoren van
het kinderzitje
verankeringspunten van het voertuig
21
Klik!
waarneembaar zijn als de
ISOFIX-connectoren succesvol de
ISOFIX-verankeringspunten van het
voertuig raken. Controleer en zorg ervoor
dat de groene tekens zichtbaar zijn op
5
beide ISOFIX-indicatoren
4. Duw het kinderzitje zo ver mogelijk
naar achteren in de richting van de
rugleuning van de autostoel totdat het
tegen de rugleuning van de autostoel
rust.
kinderzitje stevig bevestigd is door het
aan beide zijden naar buiten te trekken.
⑱
met de ISOFIX
via de ISOFIX-invoeggeleider
GEVAAR
Hoorbare "klikken" moeten
GEVAAR
Controleer of het
⑳
.
⑤
.